Ivn zoo trad dan weldra een dame tusschen de gesloten gordijnen van het podium naar voren, om ons voor te bereiden op de dansen, die een Javaan van adelijken bloede zou vertoonen. De inleidende verklaringen, die aan eiken dans vooraf gingen, waren wel noodig, vooral voor hen, die tegenover het wezen van onzen Indischen broeder nog volkomen vreemd staan. Hoe geheel anders gevoelen wij de vroolijke dansuitingen van onze voorouders ! Pkn Javaansche danser in een Westersch milieu doet altijd wonderlijk aan en in het volkomen gemis aan contact tusschen de wezens aan beide zijden van het voetlicht, in de volkomen onbewogenheid van den Javaanschen danser ten opzichte van de gevoelens die hij bij zijn toeschouwers opzoekt, ligt een treffende overeenkomst met de manier waarop het rustige trotsclie woestijnschip, de kameel, zich door de drukke straten van een wereldstad beweegt, achter het touw van den ongelukkige, die het wezen zóóver van zijn geboorteland wegvoerde. Dank zij de gegeven toelichtingen kon men thans trachten de schoonheid der bewegingen te begrijpen waarmede een voorstelling gegeven werd van den machtigen koning, die in een tempel offerend, i)lotseling doordrongen w’ordt van het besef van zijn eigen nietigheid en ten slotte het grootste offer, zijn heilige kris, naast de reeds afgekgde teekenen zijner w'ereldsche waardigheden, aan zijn aangebeden Godheid aanbiedt. Op deze wijze volgde de eene dans op de andere totdat ten slotte als hoogtepunt een voorstelling gegeven werd van den God \'isknu, die vanaf zijn hemelschen zetel met deernis aanschouwt, hoe onze aarde onder tal van demonische machten lijdt, hoe hij besluit om met deze den strijd aan te binden, hoe die strijd gevoerd wordt en in een overwinning van den God eindigt, die zich ten laatste in serene rust O]) zijn zetel onder het beschuttende lotosblad plaatst.

Na deze verrassing van ongedacht locale kleur noodden de Indische gastheeren de aanwezigen tot een diner, dat een meer algemeen karakter had en zij die tengevolge van gedachtenassociatie reeds den gepeperden kost van de rijsttafel meenden te proeven, weerden door de uitgebreide spijslijst wel spoedig terecht geholpen. De heer ir. J. Th. Gerlings, die als tafelpresident de maaltijd met een woord van welkom had geopend, hield aan het dessert een belangwekkende redevoering over de geschiedenis van den band tusschen de Indische en Nederlandsche tramwegwereld en hoe deze thans weder nauwer aangehaald wordt door het o[)treden van gelijksoortige vraagstukken zoowel in Indië als in Nederland, als bijvoorbeeld het autobusvraagstuk. Ook de heer G. P. J. Caspersz voerde het woord en uit zijn rede bleek duidelijk hoezeer het w'erk der vereeniging door de Indische leden w'erd gewaardeerd. Hij memoreerde de moeilijke tijden die de Nederlandsche tramwegen hebben doorgemaakt en nog beleven en sprak den wensch uit, dat de oj)getreden maatschappelijke algemeene verbetering, zich ook bij die ondernemingen in steeds toenemende mate zou doen gevoelen.

Namens de zegde de Voorzitter, de heer A. W. Pb Weijerman, in een luimige speech den ontvangenden ondernemingen dank voor het feestelijk onthaal. Hij bracht in herinnering hoezeer het Nederlandsche tramw'egw'ezen dank verschuldigd is aan haar eerelid, den heer Gerlings, die in de totstandkoming van de tramwegwet zoo’n belangrijk aandeel heeft gehad en huldigde de leiders der Indische ondernemingen voor de resultaten, die zij in hun bedrijven hebben weten te bereiken, hetgeen hij met tal van cijfers treffend illustreerde.

Verschillende autoriteiten hadden aan de uitnoodiging

om aan den maaltijd deel te nemen, gevolg gegeven. De heer ir. A. H. W. van der Vegt, Hoofdinspectenrgeneraal van het Rijkstoezicht voerde mede namens den heer ir. J. J. Stieltjes, Inspectenr-Generaal van dien dienst het woord. De spreker verheugde zich in dezen kring van tramwegmannen aan te zitten en verklaarde uitdrukkelijk, dat gelijk ook reeds vaak was gebleken, de samenwerking met het Rijkstoezicht voor het tramwegwezen slechts goede resultaten kan oi>leveren. De tijden, dat de tramwegdirecties het o])treden der ambtenaren van het Rijkstoezicht als ongewenschte inmenging beschouwden, zijn gelukkig thans voorbij en het a])plaus dat ook deze sjneker oogstte gaf hem wel duidelijk blijk, hoezeer de aanw'ezigen die gevoelens waardeerden en deelden.

Ten slotte richtte de heer ir. 1). H. Stigter zich namens den heer T. K. van Putten, die door ziekte verhinderd was aanwezig te zijn, tot de aanwezige tramdirecties met een woord van ojjwekking om volle medewerking te willen verkenen, aan de plannen die in voorbereiding zijn, tot deelneming aan de T.O.P.A. Deze tentoonstelling op administratief gebied, welke in de maanden Juni en Jnli a.s. te Amsterdam gehouden wordt, geeft den tramwegen wellicht een goede gelegenheid, om in ruimeren kring het i)ubliek een denkbeeld te geven van htm veelomvattenden arbeid van de hedendaagsche tramwegen. De voorzitter der vereeniging legde daarop, na een aan de orde gestelde stemming vast, dat met algemeene stemmen besloten was, deze medewerking ten volle te verkenen.

Pin daarmede was een eind gekomen aan deze eerste wintervergadering, die voor enkelen helaas een minder prettig slot had. Een der deelnemers toch werd, terwijl hij eenige heeren welwillend in zijn auto naar huis reed, bij een auto-ongeval vrij ernstig aan gezicht en hals gewond. Gelukkig bleek het ongeval, dat zich aanvankelijk ern.stig liet aanzien geen gevaarlijke gevolgen te hebben al zal de getroffene zich nog eenigen tijd rust en w’at lidteekens moeten ge.stroosten. St.

Wijziging secretariaat der Union internationale de tramways.

Naar ons van officieele zijde wordt bericht heeft de heer H. Camp met ingang van 1 Januari 1926 zijn functie van secretaris-generaal der Union internationale de tramwnj'S neergelegd. In zijn plaats is benoemd de heer A. de Backer, die zijn functie reeds vanaf 1 Janrrari heeft aanvaard.

Jaarverslagen 1924.

Gemeentetram Arnhem.

ervoer. De ontvangsten uit het personenvervoer bedroegen dit jaar f 686.749,12 j/2 tegen f 659.224,24 het vorige jaar.

De exploitatiekosten van Trambedrijf en Autobusdienst bedroegen inclusief de uitkeering aan O.S.M. en gemeente Rheden f 628.701,77 J/, tegen f 695.146,40 in 1923.

Er is een zuiver exploitatie-saldo van f 85.798,99. \'oor rente en aflossing zijn noodig te samen f 164.266,93,

zoodat het nadeelig saldo tenslotte bedraagt f 78.467,94.