loopt, veel kleiner moet zijn dan het buiten ingrijping staande wiel op a. Zoodra er uitgeschakeld wordt, zal vooral indien er terstond een koppelingsrem begint mede te werken, de omwentelingssnelheid van b snel vallen, zoodra de versnelling welke ingeschakeld was, uitgeschakeld wordt. I3e omwentelingssnelheid van de tandraderen op a is echter afhankelijk van de snelheid waarmede de wagen rijdt.

In afb. 4 zijn op de abscissenas de tijden, van af het oogenblik van het eerste ontkoppelen van a aangegeven en op de ordinaat de relatieve snelheden van de tandraderen. De omwentelingssnelheid van a stijgt na het ontkoppelen wanneer de wagen een helling afgaat en vermindert langzaam indien de wagen op een horizontalen weg rijdt en sneller indien de wagen moet klimm.en. De omwentelingssnelheid van b houdt zich star aan de (onbelaste) motorsnelheid, indien de koppeling, niettegenstaande zij vrij gezet is, blijft meedraaien. Zij valt langzaam indien de koppeling goed gelost is en er geen koppelingsrem voorhanden is. Zij valt sneller indien er een soepclwerkende koppelingsrem aanwezig is en zeer snel indien deze rem krachtig werkt. Deze gevallen zijn op de figuur in lijnen uitgezet.

Een omschakeling in den geest als hierboven vermeld var de 4e terug op de 3e versnelling is ook door een lijn aangegeven. Door het tusschengas wordt de omwentelingssnelheid van het tandwiel b tot met maximum M opgevoerd ; dit is doelmatig iets hooger gesteld dan theoretisch noodig is. Gedurende het tweede uitschakelen valt de snelheid namelijk weer iets af, zoodat op het oogenblik dat de nieuwe versnelling ingeschakeld wordt, bij zuiver gevoel van den wagenbestuurder of indien op den tachometer gelet wordt precies bij S de gelijke snelheden van de beide tandwielen welke voor de 3e versnelling met elkaar in ingrijping moeten komen n.l. de wielen aen b bereikt is. Van daar af wordt meer gas gegeven waardoor een grootere omwentelingssnelheid verkregen wordt van de tandwielen welke nu met elkaar in ingrijping staan en waardoor de wagensnelheid opgevoerd wordt.

De onderstellingen welke nog steeds gemaakt worden om het omschakelen meer ideaal uit te voeren zijn nog velerlei. Het schijnt echter een fout van de fabrieken te zijn dat zij hare ingenieurs teveel aan de constructietafel laat zitten inplaats van ze meerdere malen in de practijk van het rijden te zetten. Ook zou het van veel belang zijn indien de constructeurs meermalen belast werden met het opsporen van storingen, verkeerd afstellen enz. Zij zouden dan goede leeraren worden voor het rijdend personeel hetwelk thans over het algemeen veel te zelfstandig lOpgegroeid is en over weinig kennis beschikt. Indien men zoover kwam, zou men spoedig bemerken dat het eenvoudige drijfwerk volgens systeem I ruim voldoende is voor de eischen die er aan gesteld worden in motorwagens van 100 tot 200 P.K.

Verleende Autobusconceesies.

(Vervolg).

De Gedeputeerde Staten van Groningen verleenden op 15 September vergunning voor de volgende trajecten :

I. Onstwedde—Blijham—Winschoten (op Maandagen, geen feestdagen zijnde).

Bepaald is, dat op het traject, waarover parallel met de tramlijn Winschoten—Ter Apel der Stoomtram ~Oostelijk-Groningen” wordt gereden, geen passagiers mogen worden opgenomen op den rit naar Winschoten en geen passagiers worden uitgelaten tijdens den rit in

de richting Onstwedde, zullende op den terugrit niet tot Alteveer behoeven te worden doorgereden, wanneer voor Alteveer te Onstwedde geen passagiers in de bus zijn of zich aldaar bij aankomst der bus niet voor vervoer naar Alteveer aanmelden.

2. Kommerzijl Heereburen Noordborn – Groningen (alléén op Dinsdag en \'rijdag).

3. Donkerbroek Haulerwijk Midwolde Groningen (alléén op Dinsdag); onder bepaling, dat op den rit naar Groningen vanaf de tweede sluis in het Leeksterhoofddiep en later vanaf die welke dient ter vervanging van de tweede en derde sluis in dat diep tot de aansluiting van den weg van Zuidhorn naar Midmolde aan dien van Tolbert naar Lettelbert en vanaf de oostzijde van de Zuidwending tot Groningen geen passagiers worden opgenomen en op den terugrit naar Donkerbroek op die trajecten geen passagiers worden uitgelaten. Deze concessies werden verleend voor zoover gelegen in de provincie Groningen.

Afgewezen werd een aanvrage voor het traject:

I. a. Groningen Oostwold Leek. b. Groningen – 'l'olbert Nuis naar Marum.

(Wordt vervolgd).

Ingestelde beroepen tegen autobusconcessies.

In de Nederlandsche Staatscourant van 23 en 24 September lezen wij:

De vice-president van den Raad van State, voorzitter der afdeeling voor de Geschillen van Bestuur, roept bij deze naar aanleiding van art. 38 der wet van 21 December 1861 (Staatsblad no. 129) en van art. 50 van het Koninklijk besluit van 4 September 1862 (Staatsblad no. 174) op de onbekende belanghebbenden, om – zoo zij dit noodig achten te verschijnen in de openbare vergadering der afdeeling, welke zaï worden gehouden op Woensdag 28 September 1927, des voormiddags te 10.45 uur, waarin verslag zal worden uitgebracht in zake van:

i". het beroep, ingesteld door de directie der Ned. Spoorwegen, tegen de beschikking van Gedeputeerde Staten van Noordbrabant van 27 April 1927, waarbij aan de Nieuwe Autobusonderneming te Dussen vergunning is verleend tot het in werking brengen van een autobusdienst tusschen Sleeuwijk en ’s-Hertogenbosch ;

2°. het beroep, ingesteld door de Nederl. Spoorwegen, tegen de beschikking van Gedeputeerde Staten van Overijssel van 12 April 1927, 3de afd., no. 12213/2229, houdende vergunning aan de Firma ~de Vereenigde Autobus Genemuiden”, te Genemuiden, tot het in werking houden van een autobusdienst van Genemuiden over Kampen naar Zwolle;

3“. het beroep, ingesteld door de directie der Ned. Spoorwegen, tegen de beschikking van Gedeputeerde Staten van Zuidholland van 20 April 1927, G S no. 61/6, waarbij, voor zoover de in Zuidholland gelegen gemeenten betreft, aan J. Maarse en C. Kroon, te Leimuiden, vergunning is verleend tot het in werking houden van autobusdiensten tusschen Rijnsaterwoude (Hotel de Boer) en Leiden (Turfmarkt), tusschen Oude Wetering (Haarlemmermeerpont) en Leiden (Turfmarkt) en tusschen Aalsmeer (Hotel de Drie kolommen) en Leiden (Turfmarkt);

4". het beroep, ingesteld door M. C. van der Wal, directeur der N. V. Nederl. Brockway-Bus-Mij., te Amsterdam, welke op hare beurt de directie voert over de