gedeeltelijk bereiken van de doeleinden van het Maandblad en welken steun ik zeer waardeer.

Zonk de moed wij wel eens gelukkig nimmer heel diep in de schoenen, zij waren het, die mij moed inspraken en een betere toekomst voorspelden.

Gezien den inhoud der laatstverschenen nummers, geloof ik, dat zij het aan het rechte eind hebben en dat de verwachtingen hooger gespannen kunnen worden.

Moedig schrijd ik met mijne getrouwe medewerkers dus verder, in vol vertrouwen op de toekomst!

Eveneens mijn oprechten dank aan hen, die zoo nu en dan door hunne pennevruchten medewerkten aan den groei van ons Maandblad.

Weest ook gij overtuigd, dat dit steeds door ons op hoogen prijs wordt gesteld.

De Redacteur.

Verleende Autobusconcessiee.

De Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland verleenden op 24 Januari concessie voor een autobusdienst op het traject:

Gorinchem Leerdam Lexmond Vianen.

Op 25 Januari verleenden de Gedeputeerden van Noordbrabant de volgende vergunningen:

I. Hal—Boxtel (aan de Tramweg Mij. ’s-Bosch—V ught—V oorburg).

2. Moergestel—O isterwijk—’ s-Hertogenbosch. (Alléén op Woensdag).

De Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen hebben op 26 Januari j.l. vergunning gegeven voor de trajecten:

I. Groningen—Grijpskerk—Oostmahorn. (Alléén op werkdagen).

2. Paessens—Engwierum—Grijpskerk. (Alléén op werkdagen).

De automobiel in Noord-Amerika.

De volgende gegevens werden ontleend aan het 8e jaarverslag van de Nationale Kamer van Koophandel voor het Automobielwezen (National Automobile Chamber of Commerce) van Noord-Amerika en de handelsvereeniging van bouwers van personen- en vracht-automobielen. Uit deze gegevens, welke in de ~Verkehrstechnik” overgenomen zijn, blijkt ten duidelijkste, van welke beteekenis deze tak van industrie voor Amerika is.

In de Vereenigde Staten en in Canada werden in het jaar 1926 3.936.933 personen- en 491.353 vrachtauto’s vervaardigd, tezamen dus 4.428.286 wagens. Rekent men bij deze getallen nog de wagens waarvan de onderdeelen in de beide genoemde landen gefabriceerd zijn doch welke in het buitenland in elkaar zijn gezet, dan stijgt de productie van wagens in Noord Amerika zelfs tot 4.523.577 en maakt daardoor 89,4 % van de geheele wereldproductie uit.

487.289 van de in Noord-Amerika gebouwde wagens werden uitgevoerd.

Dit aantal is slechts 30.000 minder dan het totale aantal hetwelk in Frankrijk, Engeland, Duitschland en Italië gefabriceerd werd.

Men begrijpt wat dit zeggen wil als men bedenkt dat

deze landen de landen zijn welke in Europa als de belangrijkste aangemerkt moeten worden op het gebied van den automobielenbouw.

De producten van dezen bouw vervaardigd in de Vereenigde Staten en Canada vertegenwoordigden in het jaar 1926 een waarde van 4.696.945.620 dollar; hiervan komen 58 % op de personenwagens en 9 % op de vrachtauto’s ; 7 % op de nieuwe onderdeelen ; 26 % op de reservestukken en banden.

In de Vereenigde Staten van Amerika (dus niet met inbegrip van Canada) was een kapitaal van 2.089.498.325 dollar gestoken in ondernemingen welke zich bezig houden met de vervaardiging van wagens en onderdeelen daarvan. In deze ondernemingen werd aan salarissen en loonen een bedrag betaald van 657.724.859 dollar. 3.743.781 personen waren in dezen tak van industrie middellijk of onmiddellijk werkzaam.

Er zijn 52.592 handelaren welke zich bezighouden met den verkoop van wagens. In het jaar waarover het bovengenoemde bericht loopt (dus in 1926) waren er in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika tot het verkeer toegelaten 19.237.171 personen- en 2.764.222 lastwagens, tezamen dus 22.001.393 auto’s. Hieruit blijkt dat er op elke 5,3 personen van de bevolking één automobiel aanwezig is. In Europa bestaat de grootste automobieldichtheid, uitgedrukt door de verhouding van het aantal automobielen tot het aantal inwoners, in Engeland en in Frankrijk. In beide landen is er één automobiel op de 44 inwoners ; Duitschland volgt eerst op grooten afstand n.l. met 1 auto op 196 bewoners.

Van de bovengenoemde 19.237.000 automobielen welke zich in de Vereenigde Staten bevinden, dienen er slechts 1.140.000 voor zakendoeleinden; de overige 18.097.000 worden verdeeld over 15.317.500 gezinnen. Van de 27.500.000 gezinnen welke de Vereenigde Staten tellen bezit 55,7 % minstens één wagen.

Van deze gezinnen zijn er (wanneer men schattenderwijs medetelt de gezinnen welke meer dan 2 wagens hebben) 2.700.000 of bijna 10 % van alle gezinnen die iri het bezit zijn van 2 automobielen. Men heeft in het bijzonder nog onderzoek gedaan naar de verhoudingen bij 20.000 automobielbezitters.

Hierbij is nog het volgende gebleken: In verschillende gezinnen welke meerdere wagens m bezit hebben was er voor elk volwassen lid één automobiel voorhanden. Verschillende andere families bezaten een lichten en één zwaren wagen. De eerste werd dan gebruikt voor slecht weer en slechte bestrating, terwijl de laatste diende voor het maken van grooten reizen en bij goed weer; in weer andere families hield men er twee auto’s op na om, in geval dat er één in reparatie was, nog een andere voorhanden te hebben.

Een statistiek, welke echter slechts betrekking heeft op circa 4.000.000 gezinnen, heeft aangetoond dat de automobiel het meest gebruikt wordt in de kleinere plaatsen. In plaatsen rnet 1000 inwoners en met 1000 tot 2500 inwoners zijn er % van het aantal gezinnen in het bezit van een auto; in steden met 100.000 en meer inwoners valt dat percentage terug tot 54. Typeerend is het, dat het aantal automobielen in de genoemde kleine plaatsen het aantal piano’s, radio’s en gramophoons verre overtreft. Het aantal auto’s komt in die plaatsen ongeveer overeen met het aantal telefoontoestellen.

Onder vrachtwagens nemen de lichte bestelauto’s de eerste plaats in. 13,1 % van het totale aantal hebben een laadvermogen van minder dan 0,75 ton, 64,6 % het allergrootste deel dus, kunnen i ton vervoeren, % zijn voor ton, 4,7 % voor 2 ton bestemd en slechts 8,1 % hebben een laadvermogen boven de 5 ton.

De waarde van de in 1926 in de Vereenigde Staten