ben grootere zorg aan het vervaardigen van het metaal te besteden. Het cijfer 140 en zelfs dat van 155 hetwelk successievelijk geëischt was voor R + 6 A werd vroeger reeds meestal overschreden, vóór dat onze nieuwe specificaties gemaakt waren, doch de eisch van een minimum elasticiteitsgrens van 40 kg per mm-, welke eisch als een voorwaarde voor de keuring gesteld was, heeft gemaakt dat de fabrieken een betere staalsoort moesten gaan leveren. Hierdoor zijn weer terstond de waarden van A en van R + 6 A aanzienlijk gestegen.

Overigens beschouwen verschillende onderzoekers de elasticiteitsgrens als een criterium voor de kwaliteit van het staal.

Babochine zegt er o.a. van; (zie de ~Revue de Metallurgie”, November 1925 bladzijde 509)

~De elasticiteitsgrens is van de mechanische eigenschappen die, waaraan men het best kan zien welke veranderingen er in de structuur van het staal zijn aangebracht en dientengevolge kan men daaraan het beste zien welk staal het meest geschikt is voor het gebruik.”

Ten slotte is er reden om aan te nemen dat de slijtage van het metaal, onder welken vorm die slijtage zich ook voordoet, een gevolg is van een vermoeidheid van het materiaal tengevolge yan de belastingen welke het bij voortduring ondergaan heeft. Bij de golfslijtage, heeft het materiaal voortdurend van schokken te lijden welke schokken ontstaan in de holten.

Nu wordt algemeen aangenomen dat er een nauw verband bestaat tusschen de elasticiteitsgrens en de weerstand tegen de bovenbedoelde schokken, omdat het materiaal des te meer weerstand biedt naar mate de elasticiteitsgrens hooger ligt. De elasticiteitsgrens is dus ook een kenmerk van duurzaamheid en daarom is hierin een nieuwe reden geleden om er zorg voor te dragen dat deze grens zoo hoog mogelijk ligt.

CONCLUSIE.

Resumeerende zeggen wij dat indien men de eigenschappen van het railstaal uit een oogpunt van slijtage en speciaal golfslijtage wil verbeteren, men moet trachten tegelijkertijd omhoog te voeren :

le. de elasticiteitsgrens;

2e. den breukarbeid ;

3e. de breukvastheid.

Men komt dus tot de conclusie dat de fabricage er op gericht moet zijn om een vermeerdering van de waarden van alle eigenschappen van het staal te verkrijgen en wel van alle eigenschappen tegelijkertijd. Een staal dat gezond is en homogeen, een volmaakt staal moet volgens on.s eigenschappen bezitten welke in goede onderlinge verhoudingen staan welke een soort evenwichtstoestand vormen.

Dit staal zal beter weerstand bieden aan de mechanische werkingen naarmate de waarden van alle eigenschappen tegelijkertijd hooger liggen en op voorwaarde dat de evenwichtstoestand waarop wij zoo juist zinspeelden bewaard blijft.

In een artikel hetwelk gepubliceerd wordt in het tijdschrift V. D. I. (Zeitschrift des Vereins Deutscher Ingenieure) van 13 Maart 1926, schrijft een Duitsche onderzoeker, de heer Moser:

~Het is mogelijk dat de kwaliteit van het metaal afhangt van elke andere eigenschap dan die welke wij meten. Dikwijls weten wij op zekere wijze welke de overwegende eigenschap is zonder in de mogelijkheid te verkeeren deze te meten. Ik herinner mij in dit verband proeven over slijtage.

~Het is mogelijk dat de kwaliteit van het staal bepaald wordt door de verhouding waarin de verschillende eigenschappen zich ten opzichte van elkaar bevinden.”

Wij meenen dat wij in deze beschouwingen de verklaring kunnen vinden van de teleurstelling die wij ondervonden hebben met de harde rails welke wij vóór 1925 gebruikt hebben.

De tegenwoordige fabricagemethoden zijn over het algemeen zoo dat men een vermeerdering van R slechts bereiken kan ten koste van sommige der andere kenmerken waarvan de waarden zoodanig veranderd worden dat het evenwicht hetwelk tusschen de verschillende eigenschappen bestaat, niet bewaard blijft. (E vermeerdert niet in dezelfde verhoudingen als lï, en A vermindert meer dan zou moeten).

Bovendien is de vermeerdering van R over het algemeen een gevolg van de vermeerdering van de koolstofhoeveelheid. Welnu, hoe grooter deze hoeveelheid is des te grooter is de segregatie hetgeen tot gevolg heeft dat de homogeniteit vermindert en de evenwichtstoestand in het geheel niet meer overeenstemt met die van de volmaakte staalsoort. In het huidige stadium van onze onderzoekingen komt het ons voor dat indien de fabricagemethoden zoo verbeterd konden warden dat men harde staalsoorten verkreeg (met een hooge breukvastheid) waarvan de eigenschappen in dezelfde onderlinge verhoudingen stonden als bij die van een staalsoort welke volkomen homogeen zijn en zonder vreemde bestanddeelen, men met die staalsoorten rails zou kunnen fabriceeren welke een voldoend weerstandsvermogen tegen alle vormen van slijtage zouden hebben.

Verleende Autobusconcessies.

De Gedeputeerde Staten van Gelderland verleenden op 20 Maart j.l. een autobusvergunning voor het traject:

Groenlo (station) Lichtenvoorde.

Verschillende Mededeelingen

Een comité gevormd voor een spoorlijn Almelo—Nordhorn—Brem en. Er wordt momenteel toch hard gewerkt aan het plan tot den aanleg van een spoorlijn Almelo—Nordhorn—Bremen. Ter bevordering van den aanleg van een spoorlijn Almelo—Pruisische grens in de richting van Nordhorn heeft zich een comité gevormd, waarin zitting hebben de heeren P. Schoften Jzn., directeur der Katoenmaatschappij v/h. Gebrs. Schoften en Co. te Almelo, voorzitter; mr. M. Sichterman, burgemeester van Almelo, en mr. D. H. Kortenbouw va.n der Sluys, directeur van het assurantiekantoor B. Gorter en Co. te Almelo, terwijl als secretaris aan het comité is toegevoegd de heer A. H. Ledeboer, kassier te Almelo. Dit comité vat de reeds in de tachtiger jaren door de Koninklijke Nederlandsche Locaalspoorwegmaatschappij ontworpen plannen voor een directe verbinding met Nordhorn dus weder op. Een onderhoud is aangevraagd met de directie der Duitsche spoorwegen. (Tel.)