westzijde dan (aan de overzijde van de Laauwers) Burum en misschien Visvliet, waarvan het echter m. i. niet zeker is dat het op een wierde gebouwd is. Aan de oostzijde vindt men in het gebied van Fransum en Beswerd weer wierden, maar tusschenbeide, tot aan den z. g. Oldijk (waarover straks) geen enkele. Het groote aantal onbewoonde, of met een enkele boerderij bezette wierden, geeft grond aan het denkbeeld dat vele van de oorspronkelijke bewoners, daartoe gedwongen door veelvuldige overstroomingen of afslag van hun grond, reeds vóór de bedijking hun oude woonstede hebben verlaten om elders hun heil te zoeken, ot dat de bevolking zich heeft samengetrokken op de hoogere wierden als die van Niehove, Oldehove, Saaksum en Kenwerd.

Hoofdstuk III — Middag.

Het grootste deel van het overige Westerkwartier wordt ingenomen door de gouw Middag. Joosting *) meent dat die wel wat vreemde naam eigenlijk zou moeten luiden „Midgo." Ik waag daarnaast een andere verklaring te geven. Een gedeelte van de gouw t zal zoo meteen blijken — was een eiland dat tusschen andere mlag. Dus „Mydoech" d. w. z. middelste eiland. Als nu de naam van een deel voor het geheel genomen werd krijgt men een verklaring voor dien vreemden naam welke mij niet minder aannemelijk schijnt dan die van Joosting, temeer waar in een oorkonde van 1378 de spelling „Mydoech" voorkomt.

Aanvankelijk vormde Middag een afzonderlijke comitatus of gouw en werd ook de Paddepoel, destijds aan de westzijde van de oude Hunse gelegen, er bij gerekend. In de latere middeleeuwen werd het ingedeeld bij Hunsingo, om ten slotte, zonder de Paddepoel, deel uit te maken van het Westerkwartier.

A. Het poldereiland van Fransum en Beswerd.

Een tweede bedijkt eiland in het Westerkwartier is geweest het land van Fransum en Beswerd. Van den grindweg Saaksum—Ezinge takt zich naar het zuiden af de grindweg naar Hardeweer en den Ham. Deze weg heet nu nog „Oldijk" en is op verschillende plaatsen als zoodanig herkenbaar. Even voor het gehucht Altenaauw b. v. is de weg nu nog bijna

een volmaakte dijk.

Grondmonster: binnen, koolz. kalk o , zand 47,1 /o5 buiten, „ „ 0,610/°, „ 39>3 "Zo-

Van Altenaauw liep de dijk door het land. Hij is daar herkenbaar aan een hoogen rug en aan de doorloopende dijksloot. Hij liep langs de boerderij Nienhuis, waar nog een kolkje als overblijfsel van een vroegere doorbraak is te vinden, naar de boerderij Arbere. Verder langs de wagenreede van deze boerderij naar het gehucht 't Mollenest.

i) Groninger Volksalmanak 1915•