breiding van liet Godsrijk, door in- en uitwendige zending, daarbij vol van een gezond Christendom, vrij van liet dweepend en ziekelijk element, dat wij met liet denkbeeld eener secte gewoon zijn te verbinden. Ik heb onder al de denominations in Engeland meer bepaald de Baptisten liet naauwkeurigst en grondigst leeren kennen, zoowel in hun oi)enbare godsdienst als in hun huiselijk leven, en zonder aan mijn eigen oordeel te hechten, mag ik mij gerust beroepen op de getuigenis van een man (de toenmalige Pruissische gezant aan het Hof van Londen, de onlangs overleden ridder von Bunsen wordt hier bedoeld), die als geleerde en als staatsman een even liooge plaats bekleedt, wien yoorzeker niemand van ingenomenheid met dissenters zal verdenken, uit wiens mond ik de verklaring heb vernomen, dat hij de Baptisten als de eenige Kerkgemeente onder de disseuters van Engeland beschouwt die eene toekomst heeft." Ik voeg er een gelijkluidend woord bij van N"eander. Deze zeide tot eenige Amerikaansche baptiste predikanten die hem kort vóór zijn dood een bezoek bragten: //Ja, liet is waar wat gij zegt; gij Baptisten hebt eene toekomst."

W elke die toekomst zijn zal: wie kan liet berekenen? De bewering is echter niet gewaagd, dat eene Kerkgemeente die zoo vol is van leven en een zoo groote intellectuele, morele en religieuse kracht ontwikkelt, niet als eene secte voorbijgaan, maar merkbare sporen van haar bestaan en werken zal achterlaten. De geest van een streng confessionalisme, gepaard aan een onwrikbaar positivisme, keert bovendien liet gevaar, om door een magtiger ligchaam aangetrokken en vernield te worden, terwijl de vurige ijver

6