zet betrokken te zijn en er belang bij te hebben laatstgenoemde in zijn „adatgevangenis" opgesloten te houden. Een colonne marechaussee brak het verzet in den aanvang van 1908 en trad aan het einde van dat jaar nogmaals op, om de registratie der bevolking in sommige deelen van het sultanaat door te zetten. De sultan is na deze gebeurtenissen steeds meer naar buiten opgetreden en wordt op blz. 35 van het Koloniaal Verslag van 1913 vermeld om de groote activiteit en de bijzondere toewijding, die hij bij de behartiging van de belangen van het Landschap en zijn bevolking aan den dag legt.

De „revolutie van 1908," gelijk H. Doeff, schrijver van een belangwekkend artikel over de economische toestanden in Bima omstreeks 1912 !), de politieke veranderingen in het eerstgenoemde jaar betitelt, heeft voor de ontwikkeling van het cultuurlandschap belangrijke gevolgen gehad. „Sinds dezen ommekeer," zegt Doeff, „werd begonnen den noodigen aandrang te oefenen om de bevolking te bewegen meer werk te maken van de sawahcultuur. Tal van bouwgronden, voor sawah geschikt, werden vroeger niet of onvoldoende bebouwd, omdat de heerschende onzekerheid van het bezit de eigenaars ervan afhield zich in te spannen voor het verkrijgen van een oogst, die hem bij welslagen toch afhandig werd gemaakt. Waartoe leidingen aan te leggen? De landsgrooten of hun satellieten beschikten toch naar willekeur over het water! En had een dorpeling zijn grond bevloeibaar gemaakt, zoodat er goede verwachtingen van konden worden gekoesterd, dan kon de ongelukkige dwaas er vrijwel zeker van zijn, dat binnenkort het optreden van een hoofd hem weldra tot afstand daarvan zou dwingen. Dit is thans anders geworden

Er wordt van bestuurswege toezicht gehouden op een billijke

waterverdeeling, zich regelend naar de gemeenschappelijke belangen der kamponggenooten. Een ieder bezit genoegzame zekerheid van het genot der vruchten van eigen arbeid. Met het jaar neemt de productiviteit der sawah's toe "

Het aangehaalde stuk laat aan duidelijkheid niets te wenschen over. De erin geuite krasse beschuldigingen tot de rijksgrooten en hoofden zijn waarschijnlijk gegrond, in West-Soembawa kwamen overeenkomstige toestanden voor (Lit. 20, p. 31 en 32). Omdat aangenomen moet worden, dat de kleine man eeuwenlang rechteloos is geweest, lijkt ons de in de laatste alinea uitgedrukte „zekerheid van het genot der vruchten van eigen arbeid" vier jaren na de bestuursinmenging nog eenigszins twijfelachtig, het Europeesche Bestuur is niet alwetend en alomtegenwoordig. Wel blijkt weer, dat het geen frase is, wanneer men de inmenging van het Nederlandsche Bestuur in de zaken van een inlandsch rijkje voor de bevolking van een dergelijk gebiedsdeel een zegen noemt.

De sinds de bestuursinmenging verhoogde rechtszekerheid betreffende den grondeigendom heeft vermoedelijk niet alleen den sawahbouw een stoot tot uitbreiding gegeven. Ook de tegalans en perma-

1) Nieuw Leven. Kol. Tijdschrift, 1913, I.