Voorts werden te Amsterdam de volgende voordrachten gehouden voor leden en genoodigden.

Den I7den December, voor het Genootschap, het Koloniaal Instituut en Oost-en-West, door L. C. Reedijk een filmvertooning „Paramaribo in woord en beeld" en „Djoeka, een reis latigs de Suriname-rivier" met inleiding.

Op 28 Januari hield de heer J. Sibinga Mulder een voordacht met lichtbeelden en films over: „The Yellowstone-Teton-Rocky Mountain National Parks".

Spreker ving aan met een korte omschrijving van doel en inrichting der, tot natuurmonument verklaarde, nationale parken in Amerika, waarvan het Yellowstone-park, in 1872 tot stand gekomen, het eerste was. Thans zijn er in de Vereenigde Staten 21 en tal van andere in nagenoeg alle deelen der wereld, waarvan de heer Sibinga Mulder een overzicht gaf.

De wonderen van het Yellowstone-park, dat zijn naam ontleent aan de overheerschende tint van het rotslandschap, werden vermoedelijk het eerst gezien in 1806 door den pelsjager John Colter. Het ligt in een streek van gemiddeld 2250 m hoogte, welke de Indianen „top der wereld" noemden, vanwege der naar alle zijden afstroomende rivieren.

De wouden, welke het park omgeven, zijn met het oog op behoud van den wildstand, tot National Forest verklaard. Met deze mee, is de uitgestrektheid van dit natuurmonument meer dan 40000 km2, dus belangrijk grooter dan Nederland. Negen jaar geleden werd het belangrijkste gedeelte van de Teton bergketen met de meren, bezuiden het park, eveneens tot natuurmonument gemaakt.

De heer Sibinga Mulder deelde een en ander mede over de morfologie en de geologie van het park, alsook over de fauna en flora, en voerde zijn gehoor vervolgens in gedachte, met behulp van lichtbeelden en kleurfilms, door de besproken parken en het Rocky Mountain national park, het meest woeste gedeelte van dit gebergte, in Colorado.

Op 11 Januari hield dr. Paul Julien te 's - G r a v e n h a g e een voordracht met film en lichtbeelden over „De pygmeeën van Centraalen West-Equatoriaal Afrika". Aangezien reeds eerder een verslag daarvan is gepubliceerd, laatstelijk op blz. 286 van den vorigen jaargang, is thans daarvan afgezien.

Ook van de voordracht met film en lichtbeelden (gekleurd en ongekleurd) van prof. dr. L. P. Le Cosquino de Bussy, op 3 Februari gehouden voor het Genootschap, het Koloniaal Instituut, Oost en West, Onze Vloot, Indië-Nederland en het Algemeen Nederlandsch Verbond, over „Mijn reis naar Nederlandsch Indië in 1936", zal om dezelfde'reden geen verslag worden gegeven (zie blz. 152 der vorige aflevering).

Te Rotterdam sprak op 18 Januari de oud-gouverneur van