Curacjao, B. W. T. van Slobbe, over „De Nederlandsche Antillen" voor het Genootschap, het Algemeen Nederlandsch Verbond en Oost-enWest.

Spreker begon met een schets te geven van de zoogenaamde Beneden- en Bovenwindsche eilanden uit geschiedkundig, aardrijkskundig, ethnologisch, geologisch en klimatologisch opzicht, zoomede van de flora en fauna. Hij wees met nadruk op de centrale ligging van CuraQao tusschen eilanden van vele andere landen, hetgeen onze hoofdvestiging in de Caraibische zee van bijzondere beteekenis doet zijn.

Vóór de olieraffinaderijen op het hoofdeiland kwamen, waren de middelen van bestaan —■ landbouw, veeteelt, visscherij, zoutwinning en wat mineralen, — maar nèt voldoende. Toen de twee groote oliemaatschappijen er begonnen te werken, stroomden snel menschen van allerlei ras naar Willemstad, dat in zeer korten tijd een modern geoutilleerde plaats werd. Na de volkstelling van 1931 bleken er twee en vijftig nationaliteiten te wonen. Handel en scheepvaart, die vóór de oliezuiveringsfabrieken er kwamen, onbelangrijk waren, zijn tot groote ontwikkeling gekomen. 5500 schepen doen jaarlijks de haven van Curagao aan, die zeer is uitgebreid en verbeterd; bovendien 1200 zeilschepen en 30 groote toeristenschepen. 8 groote scheepvaartlijnen (van welke 2 Nederlandsche) doen in geregelden dienst de haven aan. De olie beheerscht er inderdaad het leven.

Maar men moet rekening er mee houden, dat deze industrie weg kan trekken eq het is derhalve gevaarlijk de oude, oorspronkelijke middelen van bestaan te verwaarloozen, zooals thans plaats heeft. Spreker somde hiervan voorbeelden op en gaf tevens wenken ter verbetering. Ook wees hij op de wenschelijkheid van stichting van een economisch-technologisch instituut; een denkbeeld reeds door het Indisch Genootschap verkondigd.

Na de pauze heeft de heer Van Slobbe ook nog iets medegedeeld over den inwendigen politieken toestand in West-Indië; het bestuur, zooals dat sedert de nieuwe staatsregeling is geworden; over het onderwijs en de sociale toestanden.

Tenslotte wijdde hij eenige woorden aan de betrekkingen van de bevolking met het moederland. Ondanks het internationale karakter van Curagao, voelt men er zeer Nederlandsch en dat is voor een groot deel te danken aan het werk der vereenigingen. Alles wat getuigt van de waarde der Nederlandsche cultuur heeft een onmisbare functie in de West. Daarom is het zoo prachtig, wat de K.L.M. er is gaan doen; daarom was de uitzending voor de Jamboree toe te juichen; daarom moet het doen studeeren in Nederland worden aangemoedigd.

Den 22sten Januari hield de heer H. M. Smidt Crans een voordracht met film „Met de P.H.K.O.K. van Ypenburg naar Zuid-Afrika en terug" voor het Genootschap, het Koloniaal Instituut en Oost-en-West, over zijn reis per vliegtuig met den heer ir. J. F. de Kok.

Spreker vertelde een en ander van zijn ervaringen op dezen tocht: