HET INTERNATIONAAL AARDRIJKSKUNDIG CONGRES TE AMSTERDAM

DOOR

DE REGELINGSCOMMISSIE

Het Congres nadert: van 18—28 Juli 1938 zullen honderden geografen uit alle deelen der wereld te Amsterdam bijeenkomen. Tal van belangrijke vraagstukken zullen hier in de verschillende secties ter sprake worden gebracht. Alle onderdeelen der zoo veel omvattende aardrijkskunde zullen hierbij tot hun recht komen. Zoo worden in de afdeeling der natuurkundige aardrijkskunde de glaciaal-erosie, het vraagstuk der eindmoreenen en dat der Piedmontterrassen behandeld. De sociaal-aardrijkskundige sectie zal zich bezighouden met de migratiestroomen, de huisindustrie en de verhouding tusschen stad en platteland, terwijl de economisch-aardrijkskundige afdeeling onder meer de industrieele ontwikkeling* der zeehavens op haar programma heeft staan. De „koloniale" sectie zal de mogelijkheid van volksplantingen door blanken in de tropen bespreken, verder de industrialisatie in dichtbevolkte tropische gebieden. Ook de secties kartografie, historische geografie, methodiek en „het landschap" komen met belangwekkende onderwerpen. Tal van geleerden hebben reeds voor deze verschillende secties belangrijke referaten ingezonden, welke thans door den rapporteur in rapporten worden samengevat, welke de uitgangspunten en leidraad, als 't ware, zullen worden der te houden besprekingen. Het veelal eentonige oplezen van referaten wordt hierdoor voorkomen, veel meer tijd voor de besprekingen, de debatten, verkregen.

Reeds schreven 545 personen definitief in, terwijl 500 anderen zich voorwaardelijk hebben opgegeven. Het aantal deelnemers aan de excursies bedraagt tot dusverre: naar Zeeland 99, naar Zuid Limburg 34, naar de polders en duinen van Noordholland (Haarlemmermeer) 51, naar Rotterdam en omgeving 39, naar het glaciaal gebied (Gelderland, Overijsel en Drente) 48, naar de voormalige Zuiderzee 58 en naar Nederlandsch Indië 15. Keurig uitgevoerde en rijk geïllustreerde gidsjes zijn in voorbereiding, enkele zijn reeds gereed. Deze boekjes worden, evenals het bijzondere congresnummer van ons tijdschrift met samenvattende studies over de geografie van Nederland, aan alle leden van het congres gratis uitgereikt.

Dat een onderling contact tusschen geografen van heel de wereld voor onze wetenschap van veel belang kan zijn, ligt voor de hand. Ook het aardrijkskundig onderwijs zal hier baat bij vinden. Daarom ook roept de regelingscommissie van het congres u vol vertrouwen toe, u, voor zooverre dit nog niet is geschied, als congreslid aan te melden (Bureau Internationaal Aardrijkskundig Congres, Koloniaal Instituut, Mauritskade 63 te Amsterdam).

Ook studenten zijn van harte welkom, hetzij als lid (ƒ 12.50) of wel als toehoorder (ƒ 5.—). Tientallen studenten gaven zich reeds op. K. N. A. G., LV. 2,