DE BRABANTSCHE BIESBOSCH EN DE AFSLUITINGSPLANNEN

DOOR

F. LANDMETER

(met 2 kaarten achterin deze aflevering, één schetskaartje, een grafiek en 5 foto's)

I. INLEIDING

De Maas mag zich sinds vele jaren verheugen in de zeer bijzondere zorg van onze regeering. Naast haar slechte eigenschappen als scheepvaartweg, was het vooral haar ongeschiktheid als afvoerweg van het opperwater, die hiertoe drong.

Het is niet noodig het karakter van de Maas als regenrivier hier te bespreken, of de factoren na te gaan, die in Frankrijk en België de sterk wisselende waterstanden in den benedenloop helpen bevorderen !). De Maas was beneden Grave sinds vele eeuwen een totaal verwilderde laagvlakte-rivier. Het optreden van den mensch heeft in de 13de eeuw de reeds bestaande ongunstige situatie beduidend slechter gemaakt. Toen vóór 1273 het benedendeel van de Maas en Dubbel werden afgesloten door dammen bij Hedikhuizen, Maasdam en Dubbeldam, ten ZW. van Dordrecht, werd de toestand er niet beter op. De geschiedenis dezer afdamming ligt nog altijd in het duister. Zeker is alleen, dat sedert 1273 al het Maaswater naar Gorkum stroomde en daarmee was de onhoudbare toestand voorbereid, die tot de groote catastrofe moest leiden. De steeds toenemende waterafvoer van de Waal in de 14de en 15de eeuw maakte de situatie langs de Merwede steeds bedenkelijker. De meeste doorbraken vonden bij Werkendam in den Merwededijk of in het ZW. bij Broek plaats. In November 1421 werkten de stormvloed uit het Westen en het hooge opperwater der rivieren samen om den ondergang van de Waard te bewerken. Het water zocht vanaf Werkendam zijn natuurlijken weg naar het ZW. De dijken, die voor een belangrijk deel op veen rustten2), sloegen steeds meer weg en de groote binnenzee werd geschapen, die Dordrecht en Geertruidenberg, de beide oudste steden van Holland, voor eeuwen van elkaar scheidde.

1) Zie dr. C. W. Lely, Rapport betreffende de verbetering van de Maas. voor groote afvoeren, blz. 14.

2) In 1929 verscheen van schrijver dezes een studie in het Juni-nuinmer van het Tijdschrift voor' Econ. Geografie onder den titel: „Uit het gebied van den voormaligen en tegenwoordigen Biesbosch," blz. 225—269. Waar hier naar dit artikel verwezen wordt, is dit aangeduid met: Zie T.E.G. '29 blz ... Voor de dijken en de veenlagen, blz. 230.