rijksbemaling is slechts nog een kwestie van tijd. De afwatering vraagt hier dringend betere voorziening. Niet slechts het steeds meer dichtslibben der killen, doch vooral de economisch-geografische veranderingen, die dit gebied doormaakt en die in het volgende hoofdstuk zullen worden besproken, zullen hier steeds meer nopen tot groote wijzigingen in den waterstaatkundigen toestand. Daarnaast zijn het vooral de hoogere standen op het Spijkerboor en de daarop mondende killen, die veel last veroorzaken.

Het is daarom wel te betreuren, dat men in 1904 geen andere oplossing voor de toen ontstane moeilijkheden heeft gekozen. Dit te meer omdat er een drietal betere plannen waren. Eén daarvan willen wij hier nog even kort aanroeren, daar het een juisten kijk op de hydrografische problemen van den Biesbosch ten zeerste bevordert. Dit plan voorzag in den aanleg van een kade tot 2.64 m + N.A.P. van Keizersveer tot de Elftplaat met een schutsluis in het Spijkerboor en in het Zijkgat. Bleek- en Oostkil zouden door een kanaal langs den binnenberm van deze kade worden verlengd tot het Gat van den Binnennieuwensteek. Tusschen Jannezand en Lepelaar zou een dam met schutsluis worden gelegd, waardoor Bakkerskil en Oostkil gescheiden zouden worden. De waterbeweging benoorden dezen dam zou geheel verplaatst worden naar het Gat van de Visschen. Dit plan bood ongetwijfeld veel voordeelen. De afwatering van het noordelijk landbouwgebied zou voorgoed gescheiden zijn van het ZO. en het Land van Altena. Deze laatsten zouden hun natuurlijke loozing hebben kunnen behouden, als de afwatering zooveel verder naar het Westen was verlegd. Door de afsluiting van het Spijkerboor en Zijkgat zou de invloed der verhoogde waterstanden op den Amer vrijwel uit den Biesbosch geweerd worden, waardoor niet alleen de polders, doch ook de rietsnijders minder overlast zouden ondervinden. Juiste waterstaatkundige verhoudingen zouden zijn voorbereid met het oog op toekomstige bedijking. De verschillende groepen van belanghebbenden, grondbezitters (deze weer te onderscheiden in eigenaars van bouw- en graspolders, jonge en versleten grienden en rietlanden), boeren, schippers, visschers en handelaren in griend- en rietgewassen, konden echter niet tot een eensgezinde houding komen. Daarbij was het plan, met de drie schutsluizen, vrij duur. De opening van den Maasmond wachtte op deze voorzieningen. En zoo werd de tegenwoordige regeling getroffen, waarbij alles bij het oude bleef, doch het Rijk door de extrabemaling zijn verplichtingen, voortvloeiende uit de verhooging der waterstanden, nakwam. Tevredenheid over deze regeling is er echter nooit geweest. Steeds meer zijn verscheidene categorieën gaan inzien, dat afsluiting van het Spijkerboor, die 40 jaar geleden zooveel tegenstand opwekte, de allereerste voorwaarde is voor het verkrijgen van een beteren toestand. Het Spijkerboor neemt namelijk nog steeds een belangrijk aandeel in de waterbeweging van de killen.

Over den watertoevoer naar en de waterbeweging in den Biesbosch zijn wij eenigszins nauwkeuriger ingelicht door de stroomme-