Belangrijke verbeteringen en uitbreidingen werden gebracht in de havens of bijbehoorende terreinen te Deventer, Nijmegen, Hilversum, 's-Gravenhage, Krimpen aan den IJsel, Rijswijk, Vlaardingen, Goes, Sluiskil en Bergen op Zoom.

Waterkeerende werken

De strandmetingen langs de Noordzeekust geven over het algemeen slechts op de Waddeneilanden belangrijke wijzigingen te zien. Vooral op Ameland en enkele punten van Vlieland en Tessel zijn de duinvoet, de hoogwater- en de laagwaterlijnen aanzienlijk landwaarts verplaatst, op Terschelling daarentegen valt hoofdzakelijk aanwinning van de kust waar te nemen. Opvallend is de sterke aanwas aan de zuidoostzijde van Schiermonnikoog, Ameland en Terschelling. Langs het vasteland van Noord- en Zuidholland kwamen slechts geringe wijzigingen voor, evenals langs de Zuidhollandsche en Zeeuwsche eilanden.

In het Eijerlandsche Gat is de hoofdstroom langs den Tesselschen oever zoover opgedrongen, dat aanleg van een inlegdijk noodig werd. Oeverafschuivingen hadden plaats aan de polders Oud-Kempenshofstede en Moggershil op Tolen. aan den Willem Adriaanpolder op Noordbeveland en aan den Willem Annapolder op Zuidbeveland.

Landaanwinning _

In verband met de| afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee werden verbeteringen uitgevoerd in de havens van Kampen, Uitdam, Hoorn, Enkhuizen en Elburg.

Een aanvang werd gemaakt met eenige werken tot voorbereiding van de uitvoering van den noordoostelijken polder. Op Urk werd een werkhaven met opslagterreinen aangelegd en in aansluiting daaraan werden de fundeeringsput voor het gemaal en de schutsluis en een 300 m lang vak van den ringdijk gemaakt. Ook te Lemmer werd met den aanleg van een werkhaven begonnen.

In den Wieringermeerpolder werden de polderpeilen van de aldeelingen III en IV zoodanig gewijzigd, dat deze gemeen komen te liggen op 6.10 m—N.A.P. In verband hiermede moesten eenige vaarten in den polder dieper worden uitgebaggerd. Met het in cultuur brengen van den polder werd krachtig voortgegaan. Op het einde van het verslagjaar bedroeg het bevolkingscijfer 3373-

Stormvloeden zijn voorgekomen op 18/19 October, 27/2» October, 30 November/i December en 4/5 December. De hoogste standen werden waargenomen op 1 December en bedroegen te Delfzijl 3.50, te Terschelling 2.74, te Den Helder 2.28, te IJmuiden 2.57, te Hoek van Holland 2.74, te Willemstad 3.23 en te Vlissingen 3.66 m

+ N.A.P. . j

Ijsgang kwam in den winter 1936/1937 alleen in de noordelijke

zeegaten en in de Waddenzee gedurende enkele dagen voor.

Van de Waterstaatskaart van Nederland, schaal 1: 50000, verschenen in 1936 de nieuwe bladen Hattem (O), 's-Gravenhage (W), Sluis en Neuzen (W).