C. Die Zukunft der Naturvölker door D. Westermann. In dit mooie slot van het eigenlijke ethnologische gedeelte van het boek geeft de schrijver een duidelijke en heldere beschrijving van de gevolgen der aanraking van de primitieven met de westersche beschaving. Hij begint met de dikwijls catastrofale gevolgen in den aanvang, de geleidelijke verheldering van de opvattingen der Westerlingen irt hun houding tegenover de primitieven in later tijd, en de verschillende hedendaagsche systemen van behandeling. De rustige overtuiging van Westermann's betoog is gebaseerd (dit blijkt op schier iedere bladzijde) op een juist aanvoelen van de primitieve mentaliteit en op een volkomen objectiviteit. De lezing van dit belangrijke dee zij ieder aanbevolen, die eenig besef heeft van de verantwoordelijkheid, die koloniseerende volken tegenover de toekomst van de primitieve volksgroepen in hun gebied dragen. J-

E Markus. Geographische Kausalitat. Acta et Commentationes Universitatis Tartuensis. A XXX 5. 202 blz., 45 tabellen, 43 afb.

1936 Tartu (Dorpat). «7

Geografie is volgens Hettner een chorologische wetenschap, /.e bestudeert de verschijnselen, die zich op een bepaalde plaats voor doen, in hun causalen samenhang; verder de verschilpunten in het optreden dezer verschijnselen al naar gelang van de plaats, dusde chorologische verscheidenheid.

De „autogene" of onwillekeurige verschijnselen, die op een bepaalde plaats waargenomen worden, en die uitmaken, wat wij de „natuur" plegen te noemen, heeft Markus, zooals bekend, „na-

tuurcomplex" bestempled.

De verschijnselen, die door willekeurige handeling, dus met een bepaald doel, in deze natuur, deze zelf veranderend, te weeg zijn gebracht, staan niet in causaal, maar in teleologisch verband met de andere, door onwillekeurige processen veroorzaakte. Een naam voor deze verschijnselen is moeilijk te geven, het zijn de ..cultuurelementen". De schrijver noemt ze niet, maar spreekt dadelijk

van het „cultuurlandschap".

Deze tegenstelling van causaliteit en teleologie hier in alle scherpte vooropgesteld te hebben, lijkt mij een verdienste van Markus te zijn, want op deze wijze raken wij tot een wetenschappelijke fundeering der tegenstelling „natuurlandschap" en „cultuurlandschap".

Overigens is het den schrijver in hoofdzaak om de afgrenzing der begrippen „landschap" en „natuurcomplex" te doen. Het landschap is voor hem oorspronkelijk het grooter, meer algemeen element; het is samengesteld uit ruimtelijke elementen, die verscheidene, of vele, natuurcomplexen bevatten. Het natuurcomplex bestaat uit, of berust op geomorfologische, klimatologische, pedologische, economische (bv. vroeger of tegenwoordig gebruik als bosch, veld enz.) feiten; het landschap bestaat uit, of komt overeen met elementen zooals veen, meer, grot. Scherp worden ook