Daar vrijwel geen vaste kampen zouden worden betrokken, was er geen denken aan tijdens de tochten planten te drogen. Ik was dus op de methode-Schweinfurth aangewezen, volgens welke het tusschen krantenpapier gelegde herbarium met alkohol in stevige blikken wordt gesonserveerd en achteraf wordt gedroogd. Met het oog op de wijze van dragen moesten deze blikken hanteerbaar, van stevig gegalvaniseerd plaatijzer vervaardigd en overal geklonken zijn (soldeeren alléén is beslist onvoldoende). Ik had de beschikking over 25 niet meet in gebruik zijnde blikken, 48 cm hoog en 34 cm breed en lang. Het formaat van het herbarium was ongeveer 34 cm in het vierkant en in elk blik kwamen 4—5, tusschen bamboematjes geklemde pakken horizontaal te liggen. De Cryptogamen werden vrijwel alle in de zon gedroogd en niet met alcohol behandeld. Deze methode is uiterst geschikt gebleken; de Gajo's waren in staat per man twee verzamelblikken te dragen. Per blik kon ik bij gebruik van zoo weinig mogelijk papier 80 nummers bergen (de doubletten inbegrepen). Per blik was twee liter alkohol van 96 % noodig, die op de tochten in oude blikken met schroefsluiting, welke voor mobil-oil gediend hadden, was

meegenomen. .

Hoogerwerf en ik hadden onze particuliere uitrusting bij Carl Denig te Amsterdam betrokken; zijn artikelen zijn wel duur, maar bijzonder doeltreffend en duurzaam: één donzen slaapzak, twee kameelharen dekens, één anorak, één stel bespijkerde schoenen, drie paar niet ontvette geiteharen sokken. Deze zijn gedurende den gehelen tocht gebruikt en bovendien in Juni 1937 door mij^in Celebes; ze zijn nu nog volkomen bruikbaar. Voorts had ik voor 's avonds in het bivak een wollen trui, een zoogenaamde trainingbroek en Jaegerondergoed. • , 1

Een licht vouwstoeltje is wel gemakkelijk, maar door de nooit vlakken bodem gaat het spoedig wrikken. Als botanicus kan men beter op de verzamelblikken gaan zitten. Een zitplaats is tijdens het prepareeren en inleggen van planten-materiaal noodig, aangezien dit iederen dag uren in beslag neemt; pijn in de lendenen heb ik, als behoorende tot de veldbiologie, op den koop toe moeten nemen. Onderweg is het even zitten of liggen tijdens een korte rust of maaltijd aanbevelenswaardig. Op raad van Clements, die dat weer van de Toradja's had geleerd, had ik een met de vacht gelooid geitenhuidje meegenomen. Dat heeft uitmuntende diensten bewezen in het natte bosch. Ook in de tent verschaft zoo'n onverslijtbaar vachtje een prettige zitplaats, die ik ieder kan aanbevelen.

Tegen den regen kan men zich niet wapenen. Indien men waterdichte kleeren draagt, dan „regent" het door het transpiratie-vocht toch er binnen, waardoor men het zeer benauwd krijgt. De anorak is niet voldoende tegen regen; wel is het een uitnemende, uiterst lichte „Windjacke", die bij hevigen wind de trui tot haar recht doet komen; ze heeft uitnemende diensten bewezen.

Als dagelijksche kleeding had ik gesloten khakipakken met lange mouwen, breede militaire puttees, en een paar leeren motorhandschoe-