Aan deze partij sloot alzoo Menno zich aau. Welke diensten bewees hij haar in den aanvang? waar hield hij zich op? Verschillende hier en daar verspreide bijzonderheden wijzen ons allen op de stad Groningen als de hoofdplaats zijner werkzaamheid van 1537 tot 1541, terwijl hij bovendien eens of tweemaal 'sjaars een uitstapje naar Friesland deed. Met ter woon had hij Friesland verlaten, zoodra hij tot oudste was aangesteld, derhalve in 1537. Een en ander blijkt uit een brief van 19 Mei 1541 door's Keizers raden in Friesland aan de koningin-landvoogdes Maria geschreven, die op 't Rijksarchief te Brussel bewaard wordt en van den volgenden inhoud is :

Doorluchtigste, hooggeboren, grootmogendste Koningin ! Genadigste Vrouwe! Wij gebieden ons zoo ootmoediglijk als wij mogen tot Uwe Majesteit. Genadigste Vrouwe! hoewel de kwade en vermaledijde secte der W ederdoopers, die de naastleden vijf of zes jaren in dezen lande van Friesland zeer sterk gegrasseerd en geregneerd heeft, nu redelijk (geloofd moet de Heer zijn!) door de publicatiën van diverse placcaten en executiën, tegen de overtreders van dien geschied en geuseerd, zoude geëxtirpeerd wezen en blijven, en *) dede een heer Menne Symonsz, die wel een van de principaalsten der voorzeide secte en over drie of vier jaren fugitief geworden is, sedert dien tijd 'sjaars eens of tweemaal in deze landen niet had omgezwermd t) verleidende vele en diverse simpele en onnoozele huisluiden. Om denwelken te krijgen en te apprehenderen wij di-

*) Indien niet. t) Omgezworven.