bur" *) op enkele leden na tot de Hervormde belijdenis over te halen en haren beroemden voorganger Melchior Hofman op zijn doodbed in 1540 tot herroeping zijner gevoelens te bewegen. Is 't wel wonder, dat Menno, ziende op dit onherstelbaar verlies, zoo scherp waarschuwt tegen „ het gehoor der wereldlijke predikanten, kinderdoop, wereldlijk avondmaal en zulke gruwelen meer"?

Tegen het einde dezer Liefelijke vermaning komt Menno tot zijne lezers met het dringend verzoek: „boven al soo „biddet voor uwen armen ende goetwilligen Dienaer, die „met grooter vlyt ter doodt gesocht wort." Dat hij met reden zoo sprak is ons uit de correspondentie van de keizerlijke raden in Friesland en de landvoogdes gebleken. Toch zou 't gevaar nog klimmen. Den 7en Dec. 1542 ging in Friesland een placcaat uit, „dat niemand den Heer „ Menno Simons mogt logeren, tracteeren, favoriseren, noch „ met hem converseren of zijne boeken hebben, bij verbeurte „ van lijf en goed, zullende ter contrarie diegene, die hem „ apprehendeerde en overleverde aan 't Hof van Friesland, „genieten een premie van 100 Carol. gulden t) Doch Menno had reeds de wijk naar Holland genomen en schijnt van dien tijd af, Friesland altijd vermeden te hebben §).

*) Eene onzer oudste gemeenten, die altij.l zeer gebloeid bad. Onder hare laatste leden behoorden de echtgenooten Jan Storden van Luik en Ideletta de Bures. Ideletta, weduwe geworden, hertrouwde met den beroemden Jean Calvin.

t) Zie Schwartzenbergh Gr. Plakkaatb. II. bl. 872 en T. J. van

Braght a. w. II bl. 50, 64.

§) Met opzet zeg ik: schijnt, omdat in bet vonnis tegen den boekverkooper Jan Claesz., 19 Januarij 1544, gezegd wordt, dat deze boeken gezonden had naar Friesland aan Menno, „omme aldacr gebruyckt