n name geoefende mannen groote oorzaak hebben gehad n om hartelijk te wenschen en daarnaar te arbeiden, dat de // psalmen tot een beter en netter vorm, zoo in opzigt van // taal en zin als zuivering van zoo veel noodelooze stop// woorden, mogten worden gebragt dan die zijn, die hen dendaags in 't algemeen 'gebruikt worden." De meeste psalmen dezer berijming zijn vervaardigd door Joachim Oudaen Fransz., eenige weinigen door Dirk Rafaelsz. Caraphuysen, een enkele door anderen b. v. Psalm 19 door Galenus Abrahamsz., aan wiens veelvermogenden invloed de gemeente zeker voor een goed deel den bundel te danken had. Bovendien werden achter dit psalmboek bijgevoegd u eenige weinige korte, schriftuurlijke gezangen, // toepasselijk op verscheidene tijden en gelegenheden" n. 1. 12, op de christelijke feesten, doop, avondmaal enz. Dat de gemeente van de Zon noch dit psalmboek, noch deze liederen, van z66 verdachte zijde afkomstig, overnam verwondert ons niet; ze vergenoegde zich tot October 176-2 met het kreupelrijm van Datheen en had geen afzonderlijke liederen.

Anders dacht de vereenigde gemeente te Haarlem er over. In de voorrede voor den nieuwen psalmbundel van 1713 betuigen hare Opzieners: j/t heeft ^allang menigen vrome v gejammerd, het rijmwerk van P. Datheen, in alle opzigten # zoo kennelijk tegen andere dichters te kort schietende, n door de gewoonte als door eene wet, de plaats van een „ beter te zien inhouden. Deze opmerkingen hebben onder „ ons ook al lang geleefd. Te verwachten, dat de hoofdkerk „ dezer landen ons, in die te verwisselen, zoude voorgaan, ;/ en wij met haar te volgen onder hare vleugelen kunnen