de Nieuwe Kerk in Delft. Middelburg vertoont het eigenaardige geval, dat twee groote en belangrijke kerken, het Westmonster en het Noordmonster, in den loop van den tijd zijn weggebroken om nieuwe ruimte in de binnenstad te verkrijgen. Groot is het aantal verdwenen kerken, waaronder ook zulke met een speciale beteekenis (zooals de St. Nicolaaskerk in Arnhem of de St. Gangulphuskerk in Haarlem), en er zijn ook voorbeelden waar weliswaar de gebouwen zijn bewaard maar de godsdienstige functie er van is opgeheven (Janskerk in Haarlem!).

Het verdwijnen van kerken of de wijziging van den eeredienst zijn soms zeer eigenaardige weerspiegelingen van politieke verhoudingen. Typeerend is hier de rol der St. Maartenskerken. St. Maarten van Tours, de eerste heilige-niet-martelaar, is de beschermheilige van den Dom in Utrecht en daarmede het symbool van de macht en de heerschappij van het Sticht in het verleden. Men kan zelfs zoo ver gaan en zeggen: St. Maarten is als het ware de vertegenwoordiger van het Frankische Rijk en als dusdanig tevens ook een tegenstander van de Saksische gewesten. In de grensstrook van het Saksische volksgebied, die midden door het Oosten van Nederland loopt, zien wij dezen heilige dan ook in den loop der tijden zegevieren of het onderspit delven, al naar gelang van de plaatselijke verhoudingen. De tegenstander is, merkwaardig genoeg, een vrouwelijke heilige, St. Walburg. Deze heeft overal de oudere rechten. Maar in de grootste stad van het Oversticht, in Groningen, zien wij St. Walburg verdwijnen en St.

I Maarten zegevieren, en hetzelfde verschijnsel doet zich ook in Tiel voor. Daarentegen heeft St. Maarten in de hoofdstad van Gelre, in Arnhem, het bijltje er bij moeten neerleggen en is hij achteraf vervangen door St. Eusebius, terwijl St. Walburg daarnaast haar oude beteekenis heeft gehandhaafd. Ook Zutfen wordt nog thans beheerscht door de machtige kerk van St. Walburg.

Men kan zich met het oog op St. Walburg afvragen: wat heeft deze heilige, waarvan de werkkring bijna uitsluitend in Zuid-Duitschland was gelegen, juist in deze vier steden van oostelijk Nederland te zoeken? Met het oog op de vraag wordt de geschiedenis der St. Walburgkerk in Groningen van belang. Want dit was een echte burchtkerk, dienende als versterking tijdens de rooftochten der Noormannen, 1l/> eeuw vóór de eerste vermelding van den naam Groningen ! Is' niet soms St. Walburg gekozen naar aanleiding van oude Saksische versterkingen, de bekende burgwallen? Want inderdaad doen èn de Insula Dei naast de St. Walburgkerk in Arnhem èn de omgeving van het 's-Gravenhof naast de St. Walburgkerk in Zutfen tusschen den IJsel en de marktpleinen, aan oude, kringvormige versterkingen denken.

In de „burchtsteden" zooals Zutfen komt ook de excentrische ligging der hoofdkerk veel minder naar voren. In Middelburg treffen wij de Abdijkerk in het hartje van den „Burg" aan. Er is echter slechts één stad, waar de hoofdkerk door de eeuwen heen steeds het middelpunt was en is gebleven: Utrecht. De trotsche toren van de Domkerk