sterdam 41). Maar ook in Haarlem ontmoeten wij binnen de latere veste een „Kamp", in Amersfoort naast een Kamp ook een Breul en een Teut enz. Zeer oude plaatsnamen zijn ook na het trekken der betrokken gedeelten bij de veste door alle eeuwen heen bewaard gebleven zooals de Barleheze in Zutfen en Arnhem, de Heest in Deventer de Horst in Kampen e.a.. Een bekend verschijnsel is de ve^g11^ van bepaalde beroepen in zekere stadsgedeelten, en in de Hollandsche steden leveren de buurten, waar voorheen de spanramen waren opgesteld en waar de ververs, de volders enz. hun zetel hadden, nog heden ten dage niet alleen een levendige verduidelijking van de voormalige lakennijverheid, maar zijn ook nagenoeg overal typische voorbeelden van stadsdeelen die uiteraard oorspronkelijk buiten de veste lagen en pas achteraf binnen deze zijn komen te liggen.

Met het oog op hetgeen ik zooeven uiteenzette aangaande de onbe bouwde ruimte binnen de ommuring der steden dient ook een vergelijking der plattegronden, ter beoordeeling der grootte en rangode der verschillende steden in de vroegere eeuwen, niet zonder cntiek te geschieden. Ik heb in mijn „Nederlandsche plattegrondstudies in opvolging van het vermaarde voorbeeld der prachtige plattegronden der Nederlandsche steden in de 16de eeuw door Jac van Deventer — de kaartjes die den geleidelijken groei der behandelde steden aantooner alle op een zelfde schaal geteekend om ze onderling vergelijkbaar te maken. Wie deze kaarten nader bekijkt en rekening houdt met de on- qf laatbebouwde gedeelten, waarvan de dichtheid van het stratennet een zekere weerspiegeling is, komt tot merkwaardige ontdekkingen. Hij ziet immers dat de steden in het O van Nederland, behalve Groningen, steeds verbazend klein zijn gebleven. Zelfs de trotsche keizerstad Nijmegen kan in dit opzicht geen vergelijking doorstaan met de steden in de lage landen. De bewering van Sneller 42) dat de IJselsteden gedurende haar bloeitijd meer inwoners zouden hebben geteld dan de steden van Holland berust op een vergissing: het aantal communicanten, dat voor de late middeleeuwen veelal den eenigen maatstaf oplevert voor een schatting van het aan tal inwoners, had niet alleen op de steden zelf betrekking maar op de geheele parochie, en dat het „Kerspel" van Zwolle aanzienlijk grooter was en is dan de stad, leeren nog de hedendaagsche toestanden. Ja juist het tegendeel blijkt uit de plattegronden. Wie de plattegronden van Zwolle, Deventer en Kampen naast die van Haarlem, Leiden, Delft enz. legt, ziet zonder meer wat voor dwergformaties de eerstgenoemde steden steeds zijn geweest (hetgeen des te eervoller is voor de daadkracht en den ondernemingsgeest van haar inwoners.). En Middelburg, thans al sedert langen tijd zonder eenige algemeene

Ai) Gelder A M. van, Amsterdamsche straatnamen geschiedkundig verklaard 1913,'pag. 61 e.v.. — De afleiding van „jardins' lijkt mij de meest plausibele, ook met het oog op de (oude) plantenkundige straatnamen in dit

sta^lsgedeeUe^, ^ ^ Deventer, die Stadt der Jahrmarkte. Pfingstblatter d. Hans. Geschichtsvereins XXVII, 1936, pag. 27.