kan doorgaan, terwijl de ezeltransporten niet meer mogelijk zijn wanneer de waterputten zijn uitgedroogd. Hoewel men dan niet zooveel product zal hebben af te voeren, zal transport zeker noodzakelijk zijn voor opvoer van voeding.

Zooals uit het kaartje blijkt ging de tocht tot Campina Grande nog door een streek die niet tot het eigenlijke droge gebied behoort. Toch was in dit droge jaargetijde het landschap vrij dor. De weg leidde hier en daar door suikerrietvelden, terwijl ook een groote aanplant van ananas werd gepasseerd. Ananas (Port: „abacaxi") is een belangrijk exportproduct van Pernambuco, vanwaar de vrucht hoofdzakelijk naar Argentinië en Uruguay wordt uitgevoerd. Hoe meer men zich van de kust verwijdert, hoe dorder het landschap, en slechts hier en daar heeft men in het vrijwel ontboschte heuvelachtige land katoenaanplantingen. In deze regenrijkere streek (Zona da mata, hetgeen „boschstreek" beteekent, hoewel het bosch thans vrijwel geheel is verdwenen) verbouwt men de éénjarige matta-variëteit (foto 4) een kortstapelige soort. Over het algemeen boden de grootendeels reeds afgeoogste katoenvelden een troosteloozen indruk.

Op de markt te Itabayana had ik gelegenheid de verschillende producten van het land te zien. Vooral knollen werden er te koop aangeboden (foto 5), voornamelijk Dioscorea-soorten, doch ook cassaveknollen (Manihot) en bataten (Ipomoea).

Verder waren er maïs, suikerriet, Citrusvruchten, verschillende Cucurbitaceae en ananas (foto 6). Een belangrijk deel van de markt was ook ingenomen door hout, evenals alle andere waar aangevoerd op pakezels. In dit reeds kale gebied doen dunne stijlen en planken reeds een zoodanigen prijs, dat ver transport loonend is. Natuurlijk ontbraken ook de aarden potten niet die men in groote verscheidenheid op alle Braziliaansche markten aantreft als product van een huisnijverheid, waarin de oorspronkelijke Indiaansche bevolking reeds een groote hoogte had bereikt.

Campina Grande is een belangrijk centrum, waar de vrachtauto's katoen en andere producten uit het dorre binnenland aanbrengen en vanwaar zij het binnenland intrekken met handelswaar. Het maakt denzelfden indruk als een Chineesch kamp in de Nederlandsch-Indische steden. Te Campina Grande heeft men ook eenige katoenginnerijen, welke in volle werking waren. Daar kon ik mij ook op de hoogste stellen van de katoen die in het droge gebied wordt geplant. Men onderscheidt in hoofdzaak drie variëteiten, nl. „sertao", „verde" en „serido". Dit zijn alle meerjarige soorten. Van gouvernementswege wordt wel aangedrongen op het onvermengd planten en ook, in verband met het optreden van insectenplagen, op het planten van éénjarige katoen. De bevolking meent echter dat daardoor meer kans op mislukking ontstaat. Voor risico-verdeeling plant men tusschen de katoen ook wel rijen maïs.

Over het algemeen zijn de katoensoorten van het droge binnenland langstapelig, terwijl de matta-variëteit van de kuststrook kortstapelig is. In tegenstelling met de katoen uit Sao Paulo, die als nieuwe cultuur