onderzoekers verkregen, hetzij door meting van Soembaschedels, of door meting van levende Soembaneezen.

Het is zeker van belang na te gaan, of er overleveringen bestaan, die iets vertellen omtrent de herkomst en afstamming der Soembaneezen.

In zijn artikel „Sporen van een oudere bevolking op Soemba" (De Macedoniër, Augustus 1927) deelt Lambooy ons mede, dat allerwege op Soemba verhalen voorkomen, volgens welke de Soembaneezen gekomen zijn van Kaap Sasar, die aan de noordkust van het eiland is gelegen. Op deze kaap zou de eerste Soembanees zijn geland. Er zijn wel enkele gegevens, die voor de juistheid daarvan eenigszins kunnen pleiten. Bij de groote marapoe-feesten toch komen de Soembaneezen der verschillende landschappen bijeen te Woenga op Kaap Sasar, om daar te bidden en te offeren. Volgens de Soembaneesche opvatting gaat iedere doode terug naar de plaats, waar de voorouders zijn geland. Als de dooden, volgens deze opvatting, teruggaan naar Sasar, zou dit erop kunnen wijzen, dat daar ter plaatse de eerste Soembaneezen zijn geland.

Er bestaan echter ook verhalen, die erop wijzen, dat de Soembaneezen, welke op Sasar zijn geland, op het eiland reeds een andere bevolking aantroffen. Een verhaal, opgeteekend in Wahang, aan de zuidkust van Soemba, maakt gewag van den eersten Soembanees, die op Soemba landde en die een groot deel van het eiland doortrok, aldaar menschen ontmoetend, die veel dommer waren, die nog geen huizen op vier palen konden bouwen en zelfs nog geen vuur bezaten. Een ander verhaal zegt, dat de eerste Soembanees uit den hemel is gekomen; hij was de voorvader van het daar later regeerend vorstengeslacht. Deze man zou echter op Soemba ook reeds andere lieden hebben aangetroffen en wel in het oostelijk deel van het eiland. Deze overlevering zou dus wijzen op een oudere bevolking in het oostelijk deel van het eiland, waarbij dan later een ander bevolkingselement is gekomen.

Er is ook een overlevering, die zegt, dat de oorspronkelijke bevolking van Soemba bestond uit twee groepen: de Mangoe Tanah, dit zijn de eigenaars van den grond en de Bali Loko, de van over zee gekomenen. Laatstgenoemden zouden door de slimheid van de Mangoe Tanah naar het oostelijk deel van het eiland zijn verdreven.

In Midden-Soemba, in de randlandschappen om Lewa, vindt men verhalen, die er op wijzen, dat het volk, hetwelk over zee naar Soemba is gekomen, stamt uit Zuid-Celebes. Echter de Lewaneezen zélf beweren, dat hun voorouders uit den hemel zijn neergedaald. De gebruiken der Lewaneezen schijnen in menig opzicht te verschillen van die der bewoners van de landschappen om Lewa. De Lewaneezen zélf begraven hun dooden in uitgestrekte houding, de bewoners der landschappen öm Lewa daarentegen in zittende houding. De Lewaneezen bewerken ook den grond op een andere wijze dan die andere menschen en plegen meer roofbouw. Afwijkend is ook bij de Lewaneezen de wijze van bidden tot de marapoe's (beschermgees-