van de Sedow verrichte metingen van de ijsdikte eveneens op een warmer worden van het Noordpoolgebied sinds het einde van de vorige eeuw.

De drift van de Sedow heeft eveneens bijgedragen tot de oplossing van het probleem van het Sannikow land. Jakow Sannikow, in dienst van den Siberischen koopman Ljachow, had in 1811 vanaf de noordkust van het eiland Kotelnoi in het noorden een hoog land meenen te zien, dat ook later door baron Van Toll zou zijn opgemerkt. Maar de schepen die de omgeving van dit mysterieuze land afzochten (de Fram, de ijsbrekers Taimyr en Waigatsj in 1913—1914, Amundsen's Maud in 1924 en de ijsbreker Sadko in 3:937) slaagden er niet in het te vinden. Thans heeft de Sedow het betreffende gebied twee maal doorkruist, terwijl dit bovendien door de Jermak werd onderzocht en op verschillende vliegtochten werd overvlogen. Geen spoor van land werd echter ontdekt en het Sannikow land kan dus wel gevoegelijk van de kaarten worden geschrapt.

Ook de talrijke loodingen aan boord van de Sedow verricht hebben belangrijke resultaten opgeleverd. Ten noorden van de Nieuwsiberische eilanden kon de shelfrand vastgelegd worden. Deze bevindt zich ongeveer 220 km van de kust verwijderd, hetgeen dus beteekent dat de shelf hier tamelijk breed is. Ten noorden van Frans Jozefs Land werden verrassend groote diepten aangetoond, nl. 4000—5180 m.

Zeer interessant zijn tevens de waarnemingen van de Sedow betreffende de drift van het ijs. Reeds Nansen mocht constateeren, dat de beweging van het ijs in het Noordpoolgebied, daar waar deze nóch door kusten, eilanden of ondiepten, nóch door constante zeestroomen wordt beïnvloed, alleen op den wind is terug te voeren. Hij stelde twee regels op voor de beweging van het ijs:

1. de snelheid van de ijsdrift bedraagt */50 van de snelheid van den wind die de drift veroorzaakt;

2. de ijsdrift wijkt 30°—40° van de windrichting naar rechts af.

In Nansen's tijd bestonden er nog geen synoptische meteorologische waarnemingen Van stations op hoogere breedte, tegenwoordig echter is men in staat dagelijks weerkaarten van de poolkap te teekenen (de weerwaarnemingen van de Sedow zelf, die vier maal per dag radiografisch aan Moskou werden meegedeeld, hebben veel tot de nauwkeurigheid van deze kaarten bijgedragen). Op grond van de meteorologische gegevens van de Sedow konden bovengenoemde regels van Nansen met twee nieuwe aangevuld worden:

3. De ijsdrift volgt de richting van de isobaren, waarbij zij het gebied van lagen luchtdruk links laat liggen.

4. De snelheid van de ijsdrift is recht evenredig met den luchtdrukgradient.

Deze nieuwe regels maken het mogelijk om aan de hand van