Om nu in Nieuw-Guinee een terrein van tien millioen ha met den vereischten graad van nauwkeurigheid in den kortst mogelijken tijd in kaart te brengen, zouden circa honderd topografen met het noodige hulppersoneel en de noodige uitrusting met terrestrische methoden vijf a tien, jaren noodig hebben. Deze werkwijze zou vele slachtoffers eischen en ook economisch niet te verantwoorden zijn. Daarom besloot men van luchtkaarteering gebruik te maken in samenwerking met het astronomisch vastleggen van een twee-en-twintigtal hoofdpunten.

Aan de K.N.I.L.M. werd in contract opgedragen deze luchtkaarteering, d.w.z. het nemen en ontwikkelen van luchtfoto's, uit te voeren. De uitwerking van de foto's inclusief het verwerken tot bruikbaar kaartmateriaal geschiedde o.a. met medewerking van den Geodetischen Dienst in Nederland, terwijl vanzelfsprekend een copie van het geheele materiaal ter beschikking van den Topografischen Dienst in Ned.-Indie moest worden gesteld.

De K.N.I.L.M. verrichtte verdienstelijk werk, maar om redenen van economischen aard werd het contract met wederzijdsch goedvinden geannuleerd, nadat bijna 90% der te nemen luchtfoto's (± 18.000) gereed was. De overblijvende 10 % schuilde in gebieden, waar zeer veel tijd vereischt zou worden om de overgebleven gapingen met luchtfoto's te bedekken. Deze voerde de N.N.G.P.M. zelf uit door een kleinen luchtvaartdienst in het leven te roepen, waardoor met een kleine, belangrijke goedkoopere organisatie kon worden volstaan en de luchtfoto's ten deele als „stopwerk" konden worden genomen naast luchtverkenningen en transporten.

Bij de voltooiing van het werk bleek, dat het bij de overeenkomst betrokken gebied niet 10 000 000 ha groot was doch 9 642 000. In verband met de voorwaarden der overeenkomst maakt het voor de N.N.G.P.M. een zeer belangrijk punt uit, of na afloop van de eerste tien jaren 1 000 000 ha dan wel maximum 642 000 ha voor exploitatiedoeleinden behouden mogen worden.

Gelijktijdig met den aanvang der luchtkaarteering is ook een begin gemaakt met het systematisch geologisch en geofysisch onderzoek van het contractgebied.

Ongeveer 55 % van het contractgebied bleek te bestaan uit vloedboschterrein, waar de gebruikelijke oppervlakte-geologische veldonderzoekingsmethoden niet konden worden toegepast. Hier moesten de geofysische methoden hoofdschotel worden. Klimaat en moessons spraken nog een ernstig woord mee. Aan de goede voorbereiding en constante verzorging, alsmede controle op hygiënisch en medisch gebied werden hooge eischen gesteld, omdat dit een der hoeksteenen was voor een doeltreffend werkprogramma. Aanwerving, aan- en afvoer van Inheemsche werkkrachten, werden vooral in 1937 en 1938 een probleem, veel grooter dan men wellicht zou denken. De aanbouw of aanschaffing van kleine motorvrachtschepen, sleepbooten, laadprauwen, motorbooten, huisbooten enz., te zamen een vlootje van tachtig vaartuigen groot en klein, vliegtuigen, steigerbouw, laadK. N. A. G., LVI1I. 2g