In het noordelijk terreingedeelte heeft tot 1938 een hoogte gelegen, die werd afgegraven om de lager gelegen terreingedeelten te kunnen ophoogen (zie kaart ia). Een en ander blijkt geheel terug te vinden in den gedetailleerden boorstaat en de sondeeringsgrafieken. De hoogtecijfers van het zuidelijk terreingedeelte, die op kaart 2 voorkomen, zijn afgeleid uit de boorstaten en afgerond op 5 cm.

Zoo kon dan worden vastgesteld dat de Barneveldsche Reek (11) vroeger niet aan de oostzijde van de stad kan hebben gestroomd, zoodat de Eem aan den zuidkant van de stad ontstond. De voorde lag in de Eem en niet in een van de beken. Ondanks de -r- in den naam Amersfoort zal dan toch weer naar de ontwikkeling van Eem en Amer(s) uit denzelfden stam (ammer = stroom?) moeten worden gezocht1X).

Enkele namen uit de stad.

Van den Hof (I) naar de Havik (6) loopt een straat de Vijver (16). Deze naam wordt veelal verklaard als die van den vischvijver van den Hofheer. De hoogtelijn van 350 buigt evenwel speciaal om deze straat heen, sterk naar het NW uit. Deze naamsverklaring is er daardoor dus niet waarschijnlijker op geworden.

Voor de Havik (6), die meestal als verbastering van Haven wordt beschouwd, moge hier een andere verklaring worden voorgesteld. Van wacht- of kerktoren af gezien zou een havikklauw, vergroot, dit water geheel kunnen bedekken. Deze gedachte vindt haar analogie in den naam Arend voor den gebogen steun op den rug van het blad van de zeis12). Deze benaming is, zooals bekend vrijwel over het geheele land verspreid .

Namen verklaren blijft altijd een moeilijk ding. Zoo is er al van alles bedacht om den straatnaam Teut (21) aan een inhoud te helpen. Nu heette het oostelijk stadsdeel vroeger de Pot, Pothof. De naam Teut werd eertijds geschreven Tuyt en nog vroeger Tote 13). Deze laatste twee namen beteekenen tuit (van een kan). Wat is nu begrijpelijker, dan dat de Pot ook een Tuit moest hebben?

Ook het stadsdeel dat zuidwestelijk van de Grachten (5 en 4) is gelegen, heeft zijn eigenaardigen naam: de Broijel. Deze naam is trouwens reeds verklaard14). Uit het voorafgaande bleek dat het geheele zuidwesten, gezien van den Hof af, zich voordeed als een breede strook moeras (Voordebrug), met maar één hoogte. Op de laatste verrees later de Lieve Vrouwe toren (C) die sindsdien het stadsbeeld beheerscht. Deze toren werd echter pas na 1445 gebouwd en kan dus ook niet als baak voor den door Leyden gedachten Zuiderzeeweg hebben gediend. De hoogte van dezen Maria-toren

11) Zie hierover: Nom. Geogr. Neerl., Dl. I, pag. 6—7; II, pae. 159; IX, pag. 151—152. Is het soms Ame-rs-voorde als bij Steenwijk-er-wold?

12) Nom. Geogr. Neerl., Dl. XI, Artikel G. Kloeke: De Arend van de Zeis.

13) De naam Tuyt wordt gebruikt op de kaart van de Wit, ± 1650; Tote wordt aangehaald bij Rootselaer, Dl I, pag. 425, ± 1400.

14) Nom. Geogr. Neerl., Dl. II, pag. 6—10.