nieuwe metingen op Java hadden, behalve op nieuw ontgonnen terreinen, ook betrekking op tot landsdomein teruggebrachte particuliere landerijen.

Tot de fiscale metingen moeten ook gerekend worden de tuinmetingen op Bangka die in de jaren 1932 t/m 1934 door het personeel der aldaar gevestigde 3de Opnemingsbrigade werden uitgevoerd en ten doel hadden het tegengaan van onwettige grondoccupatie door de Chineesche bevolkingsgroep, juiste vaststelling van de tuinretributie en het intact blijven der bosch-reserves. Na de overplaatsing van de 3de Brigade naar Samarinda werd het met deze metingen belaste personeel pro memorie gevoerd en toegevoegd aan het gewestelijk bestuur.

2. Boschgrensmetingen. Deze metingen worden sinds 1928 ten behoeve van het Boschwezen uitgevoerd met als doel het bepalen van de grenzen der in stand te houden wildhoutbosschen op Java en Madoera. Deze metingen worden verricht door de drie Herzieningshrigades op Java en geven slechts aanleiding tot extra meetwerk voor zoover bedoelde grenzen buiten het landrente-areaal zijn gelegen. In de jaren 1930 t/m 1934 werden totaal 3915 km bijgemeten, terwijl in de volgende jaren het meetwerk zich beperkte tot herziening, welke geen extra meetwerk vereischte.

3. Samenstelling van overzichts- en schetskaarten, atlassen enz.. Dit behoort, naast de controle op de topografische detailbladen, tot de taak van de in 1932 opgerichte Kartografische Afdeeling. Dat speciaal dit gedeelte van haar taak zeer omvattend is, moge blijken uit volgende opsomming van de bij die afdeeling in de periode 1930 t/m 1938 samengestelde overzichts- en schetskaarten, welke opsomming werd ontleend aan de Algemeene Overzichten en de rapporten der Kartografische Afdeeling in de opvolgende jaarverslagen; van de achter de kaarten vermelde jaartallen heeft het eerste betrekking op het begin der kaarteering, het tweede op het gereedkomen van de kaart.

Archipel/taarten:

1. Internationale Wereldkaart 1 : 1000000 (1923— ). Einde

1938 waren hiervan 11 bladen gereed19), 3 bladen ter reproductie en 14 bladen in bewerking, welke bladen, op een drietal kleine hulpbladen van de Natoena-, Sangihe- en Talaudeilanden na, het geheele Ned.-Indische gebied omvatten. De bladen in bewerking, behalve de drie oostelijke bladen van Nieuw-Guinee, zijn in 1937 voorloopig gereed gemaakt als luchtvaartkaarten en als spoeddrukken gereproduceerd, die evenwel niet voor het publiek verkrijgbaar zijn.

2. Ned.-Indische Archipel 1 : 5000000 (1931 — ). De geschiedenis van deze kaart is eenigszins eigenaardig. Het was in 1930 de bedoeling van haar geestelijken vader, wijlen van Kessel, de kaart in

19) nl.: Batavia, Sera wak, Pontianak, Soerabaja, Blitar, Oost-Borneo, Badjermasin, Makassar, Ternate, Geelvink-Baai, Aroe-eilanden. (zie Jaarverslag Top. Dienst 1938, Plaat III bij pag. 45).