autonome republiek vormt, en de Boerjato-Mongoolsche republiek, gelegen om het Baikal-Meer (gedeelten van de vroegere provincies Irkoetsk en Transbaikalië). De administratieve indeeling valt dus, althans in theorie, samen met de begrenzingen naar de verschillende volken, waarbij echter te weinig rekening is gehouden met de kolonisatie, die de ethnografische samenstelling sterk verandert. Deze administratieve indeeling is natuurlijk geografisch onbruikbaar, omdat de grenzen van de gewesten zelden met de natuurlijke grenzen samenvallen en bovendien omdat ze gebieden, die geografisch, economisch en orografisch een eenheid vormen, splitst, wanneer de bevolking er van tot een paar verschillende stammen behoort. Reeds het uitsluiten van Jakoetië uit het begrip Siberië is volkomen willekeurig, maar nog meer bevreemdt de instelling van een afzonderlijk Boerjato-Mongolië, waardoor een gebied dat in alle opzichten een eenheid vormt, in stukken wordt geknipt, terwijl bovendien Boerjato-Mongolië uit twee gedeelten bestaat, die door een breede strook lands zijn gescheiden.

Geografisch moet men onder „Siberië" het gebied verstaan dat zich van de Oeralbergen af uitstrekt tot beide bovengenoemde bergketens Stanowoj en Jablonowyj, die de westgrens van „het Gebied van het Verre Oosten" vormen. Kazakstan, Akmolinsk en Semipalatinsk vallen er evenwel buiten; de beide laatsten zijn trouwens typische Midden-Aziatische woestijnachtige streken. De zuidwestelijke grens van Siberië volgt dus grootendeels de rivier Irtysj, tot de stad Omsk, waar deze rivier den Transsiberischen spoorweg kruist; de westgrens van Siberië valt vrijwel samen met die van de vroegere gouvernementen Tobolsk en Tomsk.

Er bestaan verschillende indeelingen van Noord-Aziatisch Rusland in meridionale strooken. Van geografisch standpunt bezien is de beste indeeling die in West-, Midden- en Oost-Siberië, benevens het Verre Oosten, welke indeeling ten volle door de orografische en klimatologische zones wordt gerechtvaardigd en dan ook door de Russische geleerden is aangenomen. Daarnaast kan men een indeeling volgens de stroomgebieden der hoofdrivieren opstellen, eveneens in N-Z gerichte strooken, maar dient dan de daarbuiten gelegen geografische eenheden, zooals Kamtsjatka, Sachalin, Baikalland enz. afzonderlijk te noemen.

Wat het reliëf betreft, zoo zien wij er naast gebieden die zich nauwelijks boven den zeespiegel verheffen, hoogten tot 4500 m. In 't algemeen kan echter gezegd worden dat vlakte — laagvlakte in het Westen, hoogvlakte in Midden- en Oost-Siberië — de overheerschende vorm van de Siberische oppervlakte is.

Klimaat van Siberië; neerslag; wetsjnaja merzlota

Uit den aard der zaak heeft Siberië een uitgesproken vastelandsklimaat, dat zich in de richting West-Oost in steeds sterkere mate doet gevoelen, al is dank zij het overheerschen van de vlakte de toeneming zeer geleidelijk. Een typisch voorbeeld van dit continentaal klimaat is