Een veel grootere verspreiding heeft turf, die in vrijwel onbeperkte hoeveelheden wordt aangetroffen in de moerassige streken van de Baraba-Steppe, alsook in de tajga-zone, maar voorloopig zijn die turfvoorraden zelfs niet onderzocht. Wel is bekend, dat de turflaag in sommige streken, bijv. in het Trans-Wasioegan'je, een dikte van 3 meter heeft. Zeer bescheiden schattingen stellen de turfvoorraden in het land tusschen Tomsk en Tobolsk, bij een breedte van 10 km, vast op 2 milliard ton hoogveen, dat geheel droog is. Ook in andere gedeelten van de West-Siberische Laagvlakte zijn er uitgestrekte turfgebieden.

Van beteekenis zijn ook de zouthoudende meren; behalve voor de winning van waardevolle zouten kunnen zij benut worden voor de behandeling van sommige ziekten. Sommige meren leveren uitstekend keukenzout. In de Koeloenda-Steppe zijn er meren met zwavelzuur natrium (glauberzout) ; een dier meren heeft een geschatte reserve van 2 millioen ton zwavelzuur natrium. In dezelfde steppe zijn er jorfameren met een geschatte totale hoeveelheid soda van 185 000 ton. De Laagvlakte biedt dus een basis voor een industrie, al zijn de mogelijkheden ervan betrekkelijk bescheiden.

Anders staat het met de delfstoffen van het bergland ten Zuiden van de vlakte, dat gemakshalve als het Altai-Gebied wordt aangeduid. In vroegere tijden werd in dat bergland hoofdzakelijk naar goud gezocht. Het gedeelte van het Altai-bergland, dat in West-Siberië ligt, is arm aan goud. In den eigenlijken Altai is de aanwezigheid van goud alleen vastgesteld in de omstreken van het Teletskoje Meer, in de oude formaties van den Koeznetskij Alataoe, maar hier is het meeste goud reeds weggehaald. Iets beter is de toestand voor de goudwinning in den Salaïrschen keten; het goud ligt hier echter op een groote diepte, de winning er van gaat met veel moeilijkheden en groote kosten gepaard. In de bergen van den Alataoe van Koeznetsk is reeds het meeste goud weggehaald. Bij een goede organisatie, met toepassing van de modernste technische middelen en bij investeering van aanzienlijke kapitalen kan nog heel wat goud gevonden worden, vooral in den bovenloop van verschillende rivieren. In sommige streken wordt ook platina gevonden. In den Alataoe wordt koper gewonnen; de ertsen bevatten echter slechts 2.V1—3 % kopererts. De streek is arm aan zilver, lood en zink, behalve in den zuidoostelijken hoek van de Altai-bergen; in de Salaïrsche keten komen deze metalen ook voor, maar de streek is nog weinig onderzocht.

Veel gunstiger is de toestand wat ijzererts betreft. Het best zijn de ijzerertslagen onderzocht in den Alataoe van Koeznetsk. Het grootste gedeelte van ertsreserves van West-Siberië ligt in een straal van 100 tot 550 km van de hoogovens van Koeznetsk, die in Stalinsk 4) zijn opgericht. Onderzocht zijn daar alleen de lagen in het bekken van den Abakan (een zijrivier van de Jenisej) ; daarbij is gebleken, dat er zich een voorraad van 120 millioen ton bevindt met een gehalte van 43 %. Sedert 1939 worden de streken van Kondoma, sedert 1940 die van

4) Aan de spoorlijn, even bewesten Koeznetsk.