geen geformuleerd werd zien, dat de nadruk hier geheel valt op de wijze waarop de mensch in zijn sociaal systeem de mogelijkheden, hem in de natuur geboden, gebruikt. Deze schakel, welke wij genoemd hebben de „occupatievormen" — of ook wel het „productieproces" — is een gevolg van de scheppende en hèrvormende kracht van den menschelijken geest, die steeds tracht de grenzen, gesteld door het geografisch milieu (door de natuur), te doorbreken ter bevrediging van zijn stoffelijke en geestelijke behoeften. Wel verre er vandaan dat de mensch of zijne samenleving gedetermineerd zoude zijn door het geografisch milieu, voert hij voortdurend strijd daarmede. Het is deze strijd, die leidt tot een zich optrekken van het beschavingspeil aan de geboden mogelijkheden. Vidal de la Blache e.a. hebben in dit verband gewezen op het uitnemend belang van de „uitvindingen". Zij wijzen op de enorme beteekenis van de uitvinding van den ploeg en van het wiel en hoe reeds zeer vroeg beide verbonden werden. Merkwaardig is dat deze uitvindingen ook volgens Vidal stammen uit het enorme gebied van de sub-tropen. Inderdaad strekt zich in het euraziatische continent van den westelijken rand van de Pacific tot aan de westkust van Afrika, in den rug der Passaten, een gebied uit van oer-oude vruchtbare bekkens, afgewisseld door steppen en woestijnen, waar de menschelijke geest wel tot zeer bijzondere inspanning gedwongen werd om de perioden van groote droogte gedurende den drogen tijd te overbruggen. Inderdaad schijnt het wel aannemelijk te zijn, dat in deze gebieden de menschelijke samenleving het eerst, en wel zeer vroeg, den strijd met de beperking der in de natuur geboden mogelijkheden heeft aangebonden. Aanwijzingen daartoe zijn er te over. De bij Peking gevonden resten van den Sinanthropus, die toch thuishoort in het pleistoceen, wijzen er op, dat deze „denkende mensch" niet alleen reeds het vuur' kende, maar een haard wist op te bouwen van steenen om van dat vuur het juiste gebruik te kunnen maken door den toevoer van lucht te verzekeren.

Ook wist hij zich reeds te bedienen van instrumenten. Zoo manifesteert zich de menschelijke geest daar, waar de strijd aangebonden dient te worden met de in de natuur geboden beperking der mogelijkheden.

Maar op dit punt van ons betoog dringt zich de vraag op, welker beantwoording nader leiden moet tot de verklaring van de bestaande verschillen in het bereikte beschavingspeil: Waardoor werd het menschelijke verstand gedwongen tot het aanbinden van dien strijd, tot het vinden van de middelen ter bevrediging van de stoffelijke en geestelijke behoeften ?

Het blijkt dat de toeneming van het aantal een motorische kracht te voorschijn roept, die het menschelijke verstand voortdurend dwingt tot de reeds aangeduide „uitvindingen", tot hèrvorming van het productieproces.

Als evolutiereeks werd door Ratzel een rij opgesteld van, naar zijne meening uit elkander voortgekomen, van „lager" tot „hooger"