Findeisen heeft drie processen nauwkeurig gemeten. Sublimatie (berijping) gaf lading tot + 2 volt; verdamping van ijs bracht het tot —-12 volt; het vormen van lossen hagel uit onderkoelden mist bij krachtigen wind gaf zelfs een enkele maal —45 volt. Als oorzaak voor de beide eerste ladingen wordt het afstooten van ijssplinters aangenomen, dat ook onder het microscoop is waargenomen. Niet opgehelderd werd, waarom dit in het eene geval negatieve, in het andere positieve lading veroorzaakte.

Indien eenmaal in de wolk op deze wijze ladingen zijn ontstaan, zorgt het vallen van de ijskristallen of druppels voor de verdere scheiding, waarbij de spanning sterk toeneemt. Findeisen neemt met Wilson aan dat de inductie de lading onder het vallen nog doet toenemen. Dat dit ook bij ijs het geval zou zijn wordt o.a. door Simpson betwijfeld, omdat het geen geleider is — maar ons schijnt het toe dat het nog vloeibaar gebleven water, waarover we boven reeds

spraken, hier die rol kan overnemen en het oppervlak van den vallenden lossen hagel geleidend maken.

In de figuren 4 en 5 geeft Findeisen de microphysische processen aan die zich in de wolk afspelen, en de ladingen, die er het gevolg van zijn. De wolk is nu onsymmetrisch geteekend met een groot ijsscherm er boven.

Fig. 4. Rechts opstijging en condensatie zonder electrische verschijnselen; dan meer horizontale beweging, waarbij het water onder invloed van de ijswolk er boven sublimeert en tot stolling overgaat, terwijl de afscheiding van ijs nog voortgaat als er geen water meer is. Ten slotte neerdaling aan de linkerzijde, waarbij het ijs weer verdampt, wat wegens den langen duur van dit proces tot vrij belangrijke ladingen kan voeren.

Fig. 5. De losse hagel, die in de mengzone wordt gevormd, is de oorzaak van de ophooping van positieve lading ter linkerzijde van