J. P. Schabaelje en talloos anderen meer. (4) Wie over deze mannen, wie over onze gemeenten uit zijn familiebescheiden licht kan verschaffen , hij houde ze niet terug! Ik ben overtuigd, dat voor berichten van dien aard gaarne een plaats in deze Bijdragen zal worden ingeruimd.

t Zij mij vergund reeds terstond eenige mededeelingen van dien aard te doen omtrent een familie, waaruit ik afstam, het geslacht Sleutel, dat iu de zestiende en zeventiende eeuw vier mannen opleverde, die iu de geschiedenis onzer gezindte niet onvermeld mogen blijven: den oudste Jan Willems straks reeds genoemd, den uitvinder Pieter Jans, den dichter Jacob Pransz en den leeraar Jan Willems. Omtrent dit viertal kan ik uit de aanteekeningen mijner voorzaten enkele bijzonderheden mededeelen, die van elders niet bekend zijn. Om mijne afstamming uit dit geslacht te verklaren, diene de volgende opgave: mijne grootmoeder van moederszijde Aagtje Houttuyn (geb. 1752 gest. 1816) was de dochter van Jacob (geb. 1711 gest. 1789) en de kleindochter van Pieter Houttuyn (geb. 1683 gest. 1736). Laatstgenoemde was in 1705 gehuwd met Aaltje Vogel (geb. 1680 gest. 1757), wier ouders Jacob Vogel (4*j (geb.

(4) Zoo deelde Dr. P. Scheltf.ma in de levensbeschrijving van zijn oom Mr. J. Scheltlma belangrijke bijzonderheden over hun voorzaat Jan Jacobs mede.

(4*) Jacob Vogel gaf aan zijn kleinzoon Jacob Houttuyn een gouden guinje met het borstbeeld van Koningin Elisabeth ten geschenke, onder voorwaarde dat deze aan zijn kleinzoon (mits ook Jacob genoemd) ditzelfde muntstuk zou geven en die kleinzoon wederom aan zijn naamgenoot en kleinzoon, — en zoo vervolgens. Door deze beschikking is de guinje thans in 't bezit van mijn oudsten zoon Jacob geb. 1846.