een volledig vredeverbond zocht te veranderen, maar — alles te vergeefs. Zijn wijze raad, om de behandeling eener voorkomende twistzaak alleen in de gemeente waarin ze plaats vond of te doen, zonder de buitengemeenten daarmede te moeien, vond geen gehoor, — evenmin als later zijn betuiging, dat //er geen beter remedie ende weder//keer en ware, dan alle gepasseerde saecken, mishandelingen ende vergrypingen, hoe die oock wesen mochten, //aen d1 een ende d' andere zijde, in 't vuyr der liefden //te werpen, verbranden ende verteren te laten: oock aen //malkanderen van gantscher harte schuit te bekennen ende //om vergiöenisse te bidden : oock gesamentlycken den al//derhoogsten Godt belydenisse der sonden te doen en om //vergevinge gestadelyck te smeken en aen te houden: daer //toe zy (de Vriesen) haer gewilligh presenteerden ende //steldeu."(8) Zoo toonde Jan Willems metterdaad, hoe zeer het hem ernst was met zijn zeggen: //dat hij zich liever //door vier paarden wilden laten vaneen trekken, dan weer «met raad of daad de hand te houden aan 't maken van //eenige scheuring." (9) 't Lijdt dan ook wel geen twijfel, of door zijn invloed werden nieuwe oneenigheden onder de Friezen voorkomen; althans nauwelijks was hij in 1588 gestorven, of terstond bleek het aan een hevigen twist in hun midden, waarvan de scheuring tusschen Oude en Nieuwe (of Jonge) Friezen 't gevolg was (1589), hoe veel men in hem als een man des vredes verloren had. Toch leefde zijn geest voort in zijn jongeren ambtgenoot

(8) C. van Gendt a. w. bl. 38 en 39.

(9) G. Brandt, Hist. der Reform, Ie D. bl. 420.