Europeaan naar Manggarai, de eerste die het land van Noord naar Zuid en daarna ook nog weer van Zuid naar Noord doorkruiste. Het was de Antwerpenaar Albert Colfs, die als entomoloog in 1879 in dezen tocht slaagde ondanks alle tegenwerking van Bima 39) en ondanks de omstandigheid, dat hij zoo op de penning was dat de daloe van Roeteng er elf jaar later bij Meerburg nog over klaagde. Het wekt verbazing dat deze wonderlijke Prikkebeen, die van de bevolking zoo weinig begrip had dat het hem ten hoogste verbaasde dat de Manggaraiers in het geheel geen enthousiasme toonden voor zijn insectenboeken, en wiens tocht uit geo- en ethnografisch oogpunt van nul en geener waarde was, er ongeacht groote ontberingen en zware ziekte, in slaagde het gestelde doel te bereiken. Voor 's mans doorzettingsvermogen niets dan lof. Een even flinke, maar overigens geheel andere figuur was de controleur Meerburg, die in 1890 in drie weken van Noord naar Zuid door het land trok, óók met de noodige tegenwerking van Bima, doch deze geheel brekend en er in slagend een, als men den korten duur van zijn bezoek in het oog houdt, verdienstelijke beschrijving van land en volk te geven. Als Stapel een kleine 25 jaar later zijn nog steeds als grondslag voor de kennis van land en volk dienende schets van het Manggaraische volk schrijft, zijn de omstandigheden geheel veranderd. De tocht van Christoffel (1907/08) ligt dan al weer acht jaar achter den rug en het Nederlandsche gezag was er sindsdien gevestigd. Hoe dat geschiedde (vide Mennes 32) en hoe Manggarai sedert 1928 een eigen landsvorst uit het oude huis der kraèngs van Todo verkreeg, behoeft hier niet besproken te worden. Het was mij er slechts om te doen eenig inzicht te verschaffen in de historische oorzaken van den afschuw van en den angst voor de zee en wat ze bracht en brengt bij de Manggaraiers. Honderden jaren van onrecht, plundering, verdrukking en hoon hebben hun stempel op dit volk gedrukt. Vrijwillig verlaat geen Manggaraier zijn land en het heet, dat wie gedwongen over zee moet40), nimmer terugkeert. Of dit laatste waar is? Is het mogelijk slechts een herinnering aan den slaventijd? Ik weet het niet; in mijn tijd keerde werkelijk niemand uit de gevangenis-overzee terug, wel stierven daar toen Manggaraiers. Mijnwormziekte deed hen tegen andere besmetting weerloos staan, maar daarbij, daarvan ben ik overtuigd, deden psychische factoren hun invloed gelden 41).

Boven sprak ik over de moeilijkheid van ethnografisch onderzoek in het algemeen bij een primitief volk, thans zal het echter wel

39) De sultan had officieel aan iemand, die in dienst van den Gouv. Gen. van Lansberge insecten verzamelde, het bereizen van Manggarai niet durven weigeren.

40) Personen! die een vrijheidsstraf van meer dan één jaar hebben te ondergaan.

41) Merkwaardig is dat zelfs gevangenen van anderen landaard, die hun straf te Roeteng ondergaan, weldra een merkbaar overwicht over de vrije bevolking hebben.