schrijvers verhalen van een boek, dat in het bezit was van een in Arabische gevangenschap geraakte Perzische Koningsdochter, en waarin op dezelfde wijze de vóór- en nadeelen van Perzische provincies en steden werden beschreven; men zou hier aan een primitieven Baedeker kunnen denken. De Islam heeft daarna de traditie op cosmopolitische wijze voortgezet en zij zal ongetwijfeld later ook mede beïnvloed hebben het ontstaan van verhandelingen gewijd aan de geografie en geschiedenis van één land of één stad, zooals er zoovele in het Arabisch en Perzisch geschreven zijn. Tractaten als die over de „Voortreffelijkheden van Egypte" zijn er de voorloopers van.

Wij komen nu tot de astronomische geografie, waaraan bij al-Makdisi het laatste inleidende hoofdstuk is gewijd. De kennis van de aarde-beschrijving op de basis van een stelsel van lengte- en breedtegraden is den Mohammedaanschen geleerden vooral bijgebracht door Arabische vertalingen van Grieksche werken. Zonder de astronomische aardrijkskunde zou de geografische litteratuur van den Islam waarschijnlijk niet den omvang en de belangrijkheid gekregen hebben, die haar nu toekomt. 1 och heeft de Islam wel heel eigenaardig op de nieuw-verworven kennis uit het Westen gereageerd door op bepaalde noties, die minder essentieel waren, sterker nadruk te leggen dan de Grieken dat deden. Dit geldt vooral voor de leer der zeven parallele climaten, waarin het „bewoonde vierde-deel" verdeeld is volgens de geografen. Anderzijds toonen de geografen een zekere verlegenheid tegenover de beginselen en de resultaten der astronomische geografie en soms verklaren zij er openlijk hun afkeer van. Al-Makdisi geeft wel is waar in het betreffende hoofdstuk een overzicht van de astronomische leeringen omtrent de afmetingen der aarde en haar indeeling, maar uit alles blijkt dat hij er niet veel van begrepen heeft. En de eigenlijke Arabische astronomen, die het wél begrijpen, toonen van hun kant niet meer belangstelling voor geografische kwesties dan traditioneel onvermijdelijk is. In de eerste eeuwen van den Islam zijn zoo de Ptolemaeïsche „geographia" en „chorographia" nog sterk gescheiden.

De kennismaking met de astronomische geografie der Grieken vormt een onderdeel van de receptie van Grieksche wetenschap die in de jaren omstreeks 800 te Bagdad begon door de vertaling in het Arabisch van Grieksche philosophische, medische en astronomische werken. Zooals bekend hebben die vertalingen de Mohammedaansche beschaving uitermate verrijkt en aanleiding gegeven tot zelfstandige verdere beoefening dier wetenschappen door Mohammedaansche geleerden, waarvan de Westersche wetenschap sedert de 12de eeuw op haar beurt de vruchten is gaan plukken. Op het gebied van de aardrijkskunde zijn het in de eerste plaats de werken van Ptolemaeus die in de Mohammedaansche omgeving stimuleerend hebben gewerkt.

Almagest vond bij de astronomen-astrologen groote belangstelling maar voor de geografie is de kennis van de 1'suypxCpiKyi vQfoytr1~ vooral van beteekenis geworden. Hoewel van verschillende personen