LITERATUUR

Teixeira de Mattos, J hr. L. F., De Waterkeeringen, Waterschappen en Polders van Zuid-Holland, Deel X I en II. De Eilanden (Vervolg), Afd. VII, Het eiland Goedereede en Overflakkee. 2 deelen, 40, 2266 pag.. 's-Gravenhage, Martinus Nijhoff, 1941. Prijs ƒ 34. ...

Het magistrale werk van Teixeira de Mattos nadert zijn voltooiing, blechts het deel over Voorne en Putten moet nog verschijnen en dit monument van waterstaatkundige beschrijving zal gereed zijn. De thans verschenen beide deelen dragen den stempel van dezelfde degelijkheid en volledigheid, die het gansche werk sieren. Men kan den schrijver slechts gelukwenschen met het resultaat van een zoo grooten arbeid, waaraan hij vele jaren zijn volle krachten heeft geschonken. b

Afgescheiden van het historische gedeelte geeft een werk als dit min of meer een momentopname. Veel van de uiterst gedetailleerde bijzonderheden in de beschrijving van werken en toestanden zal over een aantal jaren wijziging hebben ondergaan en men vraagt zich bij de lezing dan ook wel eens! af of het de moeite waard was al de afmetingen en verdere bijzonderheden te vermelden van tallooze opzichzelf onbeduidende dijken, wegen, enz. in een werk, dat toch blijkens zijn geheele opzet niet bedoeld is om over eenige jaren als. curiosum in enkele archieven te worden opgeborgen. Toch meenen wij dat de schrijver goed gedaan heeft deze momentopname in druk vast te leggen. De geschiedenis van de ontwikkeling die tot den tegenwoordigen toestand heeft geleid, zou niet volledig zijn zonder vermelding van het eindresultaat, al kan dit uit den aard der zaak nimmer als definitief worden beschouwd. Terecht geeft de schrijver by.elk hoofdstuk aan op welk jaar de beschrijving betrekking heeft.

ij die later het werk wil raadplegen, weet dus waaraan hij zich te houden heeft, en voor den lateren onderzoeker zal het van onschatbare waarde zijn, dat hij van een bepaald tijdstip kan uitgaan om de verdere ontwikkeling te leeren kennen. Maar al te vaak tast men bij historische onderzoekingen in het duister omtrent een uitgangspunt van waar men het onderzoek heeft aan te vangen.

Het werk is verdeeld in 5 onderafdeelingen. Onderafdeeling I geeft een algemeen overzicht en de geschiedenis van het eiland, de onderafdeelingen II, III, iV en V behandelen achtereenvolgens de waterkeeringen, de havens en uitwateringen, de polders, waterschappen en gronden binnen de hoofdwaterkeeringen, en de polders en gronden buiten de hoofdwaterkeeringen. Ook in de laatste vier onderafdeelingen wordt telkens de geschiedenis van elk onderdeel in het kort weergegeven. Uiteraard grijpen deze verschillende onderdeelen dikwijls m elkaar, zoodat het onvermijdelijk was hier en daar in herhalmgen te vervallen.

Uit een algemeen oogpunt is onderafdeeling I uit den aard der zaak