besloot deze nieuwe uitgave dadelijk ter perse te leggen; een verheugend bewijs van de groeiende belangstelling in breede lagen van ons volk voor het Overzeesche Gebied. Ook dit tweede deel bevat weer 75 artikelen, waarin op populaire wijze even zoo vele uiteenloopende onderwerpen uit alle deelen van den Archipel worden behandeld en met tal van foto's toegelicht; moge het even gunstig worden ontvangen als het eerste deel.

Aard en wijze van uitvoering van het boekje zijn dezelfde als die van het vorige, zoodat wij daarvoor kunnen verwijzen naar onze bespreking op pag. 383 van den vorigen Jaargang van dit Tijdschrift.

Het voornemen van den schrijver om door de uitgave van nog eenige deelen te komen tot een soort populaire, rijk geïllustreerde encyclopaedie van Indië, schijnt, vermoedelijk door de tijdsomstandigheden, niet tot uitvoering te zullen komen. Bij het verschijnen van dit deel werd het derde en laatste deeltje ter perse gelegd, dat tevens een zeer uitgebreide index van de drie deelen zal bevatten.

Schepers

Vermooten, W- H., De mens in de geografie. Sociografische monografieën onder redactie van Dr. H. N. ter Veen, hoogleeraar te Amsterdam, 1. Van Gorcum en Comp. N.V.-Uitgevers-Assen, 1941. 8°, 371 pag. met 29 reprod. van portretten. Prijs ƒ 5.15.

In een omvangrijke studie tracht de schrijver een historisch exposé te geven van de situatie van het menschelijk element in de geografie van het tijdstip af dat dit vak zich tot een wetenschap begon te ontwikkelen. Hij begint zijn schets in de tweede helft van de achttiende eeuw en verdeelt het door hem te beschrijven tijdperk in vier perioden, nl. de tweede helft der achttiende eeuw, de negentiende eeuw tot den dood van Ritter (1859), van den dood van Ritter tot den dood van Ratzel (1904) en van den dood van Ratzel tot heden. Bovendien splitst hij de geografie van den mensch nog in een geografie van de cultuurvolken en een geografie van de natuurvolken of volkenkunde. Ook deze beide geografieën ondergaan nog weer een herverdeeling. De geografie van de cultuurvolken bijv. valt uiteen in 1. anthropogeografie, 2. cultuurgeografie, 3. sociografie, 4. economische geografie en 5. politieke geografie.

Deze vijf onderdeelen stelt Vermooten identiek met de stroomingen, die zich in de geografie van de cultuurvolken hebben geopenbaard en de schrijver heeft getracht deze stroomingen te typeeren in haar historische ontwikkeling. 1, 4 en 5 zijn meer speciaal de stroomingen van de negentiende eeuw, 2 en 3 zijn producten van de twintigste.

Schrijvers betoog bedoelt aan te toonen: 1. dat de anthropogeografi» zich onmogelijk heeft gemaakt, omdat zij de causaliteit van de sociale verschijnselen beperkt tot het geografisch milieu; 2. dat de cultuurgeografie (d.i. Schlueters Geographie der Kulturlandschaft) wel een verbetering was t.o.v. de anthropogeografie, maar dat zij,