SCHEPPING VAN RECREATIETERREINEN VOOR DE BEVOLKING VAN HET INDUSTRIEELE WESTLAND DOOR UITVOERING VAN EEN „NATUURSCHOONPLAN"

DOOR

Dr. Ir. W. C. KLEIN (met 12 foto's en i kaart)

Het land onder onze voeten is niet alleen productiemiddel.

Het eigenlijke Westland strekt zich volgens de opvatting van de meeste menschen uit van Den Haag tot over Hoek-van-Holland, Naaldwijk, De Lier, Wateringen, Monster en Rijswijk. Om zich voor dit gebied te interesseeren, moet men een tweeledige belangstelling hebben, ten eerste voor economische kwesties als tuinbouw en industrie, en ten tweede voor planologische d.w.z. stedebouwkundige vraagstukken. Degene die een studie maakt van deze streek, moet b.v. zeker vooraf nagaan wat het nieuwe Haagsche uitbreidingsplan West inhoudt. Als men dat niet weet, zou men in de fout kunnen vervallen zich warm te maken voor de schoonheid van polders en bosschen, in wier gebied dit uitbreidingsplan slechts stratenaanleg van enormen omvang te zien geeft. Dit geldt b.v. voor den Escamppolder ten ZW van het Zuiderpark (zie het kaartje). Niet alleen de Leyweg, die de Thorbeckelaan met de Voordelandgoederen verbindt, doch ook de Loozerlaan, gaande van Loosduinen naar Wateringen, wordt overschreden door de woon- en industriewijken die de architect Dudok heeft ontworpen over de zich hier bevindende kassen en weilanden heen. Het is goed, maar ook bedroevend te weten dat de mooie weilanden van den Escamppolder en zelfs een deel van die in den nog meer ZW gelegen Uithofspolder, waar nu nog prachtige boerderijen en vergezichten te genieten vallen en talrijke kieviten en andere weidevogels leven, ten doode opgeschreven zijn, althans wanneer het plan definitief wordt goedgekeurd.

Wie het voorrecht had het landgoed Ockenrode te mogen bezoeken (foto's i en 2) en ook de bosschen zag die de Westlandsche Drinkwaterleidingmaatschappij hier bezit, zal niet weinig verbaasd zijn uit het uitbreidingsplan te zien dat het verlengde van de Laan van Meerdervoort als een zeer breede hoofdverkeersweg dwars door deze bosschen heen is geprojecteerd. Het natuurschoon van het Westland, waartoe naast het bosch zeker ook het weiland behoort, wordt dus sterk aangetast. Men hoede zich er echter voor te denken dat al deze schendingen onnoodig zijn. Als men de toelichting leest die de Heer Dudok bij zijn plan heeft gegeven, wordt men wel wijzer. Men gaat er dan in berusten en neemt het zelfs voor lief, dat een ruime open bebouwing U. A. G., LIX. 31