en daarna kwamen dergelijke gevallen herhaaldelijk voor2). Het zijn de volgende: 1916, Apr. 2 en Juli 29; 1917, Oct. 1; 1918, Mei 14 (2 maal) en 30, Aug. 14, Sept. 1, Nov. 8, 16 (3 maal) en 18; 1919, Jan. 20 (10 maal), Mei 31. Het laatste voorval van dezen aard was de „aardbeving van Urk" op 22 Febr. 1938 bij het tot ontploffing brengen van drie mijnen bij Wieringen. Van Dijk heeft aangetoond dat het in vele gevallen niet de aardstoot is, maar de luchtgolf die de bewegingen van huizen e.d. veroorzaakt.

In de oudste kronieken zijn de berichten niet ongeschonden tot ons gekomen. De overschrijvers hebben zich eigenmachtige toevoegingen veroorloofd, ze hebben verschillende berichten samengevoegd, en met de gewone fouten die bij het copieeren gemaakt worden, zijn zoodoende monstruositeiten tot stand gekomen, die in den regel gelukkig haar ongeloofwaardigheid duidelijk doen blijken. Zoo wijst b.v. Torfs er op, dat in België beroemde gebouwen als het belfort van Doornik lang voor den bouw werden verwoest. Tot deze legendarische bevingen behooren de volgende:

1000, Maart 29. Volgens Sieberg een verwoestende aardbeving in Krain, vermoedelijk in de buurt van Laibach, gevoeld tot in Italië (Rome), O-Frankrijk, België, Holland en Polen. Holland ligt op 1000 km van Laibach. Torfs schrijft de heele geschiedenis toe aan een slecht begrepen voorspelling over het vergaan der wereld. Waarschijnlijk zijn hier verschillende gevallen uit een reeks van jaren tot één groote beving „per totam Europam'" samengevoegd.

1601, Sept. 8. Geheel Europa en zelfs Azië werden getroffen, deelt ons Perrey mede op gezag van een kroniekschrijver. Ook in Holland werd de schok gevoeld. Sieberg spreekt van een verwoestende beving in Zwitserland met een haard bezuiden het Vierwoudstedenmeer. De afstand van den oorsprong tot ons land is op 600 km te stellen. Torfs deelt echter mede, dat hij niets heeft weten te verzamelen over deze beving in de annalen van de Nederlanden. Hij vermoedt dat hier sprake is van een verwarring met de aardbeving van 2 Januari 1602.

Een bijzondere plaats neemt de aardbeving van 1 November 1755 in, berucht door de verwoesting van Lissabon. Volgens de verhalen werd de schok gevoeld tot in Amerika, op IJsland, in geheel Europa en in Afrika. Sieberg beperkt het eigenlijke macroseismische gebied tot een deel van het Iberische schiereiland en NW-Afrika. Toch zijn er huiten dit gebied zeer opmerkelijke dingen gebeurd. In Frankrijk, Zwitserland, België, Nederland en Engeland kwam het water in hevige beroering. In ons land kwamen daarbij gasbellen, modder en zelfs balken omhoog en sloegen schepen los. In verschillende kerken zag men lichtkronen heen en weer slingeren (Amsterdam, Haarlem, Rotterdam, Tholen, Gemert) ; ook uit Aken en Hamburg kwamen dergelijke berichten. Wij hebben hier te doen met zeer gevoelige lange slingers, die gemakkelijk in beweging komen volgens hetzelfde prin-

2) Seismische Registrierungen in De Bilt; — G. van Dijk in Hemel en Dampkring, 14, 1917, pag. 145-153; 17, 1919, pag. 182-189; 18, 1920, pag. 1-7.