dat hij haar meeneemt naar zijn ouderlijk huis. Dit hangt af van de afspraak die onderling gemaakt wordt, en het staat ook in verband met de omstandigheid in welk familiehuis meer ruimte is. Alleen in Pewaneang komt het 't meest voor dat de vrouw bij den man intrekt. Vandaar dat er geen gewoonte plaats heeft waarbij de vrouw enkele dagen na de huwelijkssluiting op plechtige wijze een bezoek bij de ouders van den man gaat afleggen, zooals men algemeen pleegt te doen bij volken waar de man als regel bij de vrouw inwoont.

Zooals reeds is opgemerkt kan de man slechts met één vrouw tegelijk gehuwd zijn. Men gelooft dat er veel ziekte zal zijn bij menschen, dieren en aanplant, wanneer iemand met twee vrouwen tegelijk zou leven.

Overal treft men enkele ongehuwden aan, maar men verzekerde mij, dat zij uitzonderingen zijn. Er zijn ook enkele mannen die zich geheel als vrouwen aanstellen. Men noemt ze telo. Te Pewaneang heeten ze ook palea bahine.

40. Eerbied voor schoonouders

Schoonouders heeten in het Galoempangsche en in L,emo base. Schoonzoon en schoondochter zijn manittoe (Lemo manintoe). In Seko duidt men zijn schoonouders met sira aan; aangetrouwde kinderen zijn ana' maniang. De ouders van den man en van de vrouw noemen elkaar boelai.

De eerbied van mannen en vrouwen tegenover hun schoonouders niet alleen, maar ook tegenover hun schoonbroers en schoonzusters, openbaart zich vooral in het niet uitspreken van hun namen. Zoo iets maakt den overtreder van dit voorschrift automatisch ziek; dit heet matipoki of masoekoei (boesoeng), „men haalt er een vloek door over zich". De schoonzoon mag niet samen met zijn schoonmoeder eten; hij mag niet op de plaats van zijn schoonvader gaan zitten, of diens kleeren gebruiken.

Wanneer iemand zonder erg een van de verboden namen heeft genoemd, is het voldoende zijn misslag tegenover die persoon te bekennen om de vloek van zich af te wenden. Gewoonlijk laat men deze bekentenis gepaard gaan met het aanbieden van een hoen, of een mandje rijst, waarop een ei is geplaatst.

41. Echtscheiding

Wanneer een echtpaar van elkaar wil scheiden, zonder dat een fout is begaan, moet worden uitgemaakt van wie de scheiding uitgaat. Wil de vrouw van den man af zijn, dan moet zij den bruidschat (somba) teruggeven en bovendien een boete, bala baine „afscheiding van de vrouw", betalen. Als de man nog op zijn vrouw gesteld is, zal hij haar een buffel geven om haar te bewegen hem bij zich te houden. Dit geschenk heet in Demo penambo „loon". Is het de man die zijn vrouw „wegwerpt", dan moet hij haar een boete betalen.

Dikwijls wordt als boete bij echtscheiding een buffel geëischt. Bovendien neemt de man in het eerste geval alles mee wat de echtelieden tijdens hun huwelijk hebben verworven, tenzij de man kleine