LITERATUUR

Nederlandsche stichting voor de statistiek. Groothandel en Scheepvaart. Periodieke uitgave „Boeiende Statistiek". Serie i: Nederland streeft naar welvaart, No. 6. H. E. Stenfert Kroese's Uitgevers-Maatschappij N.V., Leiden, 1942. Met 24 pag., 13 gekleurde statistische voorstellingen, en tabellen. Prijs ƒ0,80.

Van het belang van groothandel en scheepvaart voor de welvaart van ons land zal een ieder wel overtuigd zijn, zonder dit evenwel in cijfers te kunnen uitdrukken. Hierin voorziet nu bovengenoemde publicatie op doeltreffende wijze door een vlot geschreven tekst -— van de hand van Dr. W. F. Lichtenauer, Secretaris van de Kamer van Koophandel en Fabrieken van Rotterdam — welke, zonder met cijfers overladen te zijn, interessante gegevens biedt, die door een 13-tal gekleurde statistische voorstellingen met toepasselijke symbolen nog eens op zeer overzichtelijke wijze worden geïllustreerd. Deze publicatie is evenals haar voorgangsters in deze serie *) keurig verzorgd.

De gegevens hebben, na een korte historische inleiding over de Oostzeevaart in de 16e—19e eeuw (figuren 2 en 3) en de handelsen scheepvaartbeweging in onze Gouden Eeuw (fig. 4), betrekking op het jaar 1938; op de laatste drie pagina's worden evenwel tabellarisch de overeenkomstige cijfers voor 1939 vermeld.

De fig. 5 en 6 en bijbehoorende tekst belichten het directe belang van handel en verkeer voor onze welvaart: 23,4 % van alle in een beroep werkzame personen vonden in 1938 daarin hun bestaan — welk cijfer slechts door de Angelsaksische landen werd overtroffen —, terwijl de waarde van in- en uitvoer ƒ 228 per hoofd van de bevolking bedroeg; de invloed van de goederen die ons land niet passeeren en die dus rechtstreeks van producent aan consument worden geleverd door onzen handel en onze scheepvaart, is in dit laatste cijfer niet begrepen, evenmin als het belangrijke aandeel van den doorvoerhandel in onze handelsbeweging. Een beeld van de landen van herkomst en bestemming der in onze havens binnengekomen, resp. daaruit vertrokken lading geeft fig. 7, waaruit overtuigend blijkt dat de zg. „korte vaart" op de havens aan den Atlantischen Oceaan en het Kanaal nog een zeer belangrijk aandeel heeft in de scheepvaartbeweging van onze havens; „de Noordzee is nog steeds het kruispunt der zeevarende volken".

De tonnage van onze handelsvloot maakte in 1938 ca. 4,2 % van de wereldtonnage uit en is No. 9 van de ranglijst, resp. No. 3 (na Noorwegen en Engeland) indien berekend per hoofd van de bevolking (fig. 8), terwijl ze wat betreft het percentage der schepen die jonger

1) Dit zijn, behalve het Introductienummer, waarvan reeds een 2e herziene druk verscheen, de nrs.: 1) Is Nederland overbevolkt?, 4) De landbouw, hoeksteen van ons volksbestaan, en 5) Winkelier en Verbruiker, waarvan nr. I werd besproken op pag. 381 van den vorigen jaargang van dit Tijdschrift.