denk hierbij vooral aan het bevolkingsvraagstuk. De Pax Neerlandica en de medische verzorging hebben de bevolking van Java zoo sterk doen toenemen — thans telt het eiland 45 millioen zielen —, dat er een wanverhouding tusschen deze zeer dichte bevolking (316 per km2, Nederland 231 per km2) en de bronnen van inkomsten is ontstaan en Java's overbevolking het groote zorgenkind onzer Regeering is geworden. Jaarlijks neemt deze bevolking nog met 400000 tot 600000 per jaar toe.

Ook voor dit groote sociale vraagstuk toonde ons gezelschap groote belangstelling. Een enkele had daartoe de opstellen van Eekkerkerker !) en van prof. Van Gelderen2) bestudeerd. Op drieërlei wijze tracht men het evenwicht te herstellen: door irrigatie, industrialisatie en immigratie. Op tal van plaatsen op Java leerden wij de irrigatiewerken kennen, die het sawahgebied en in het algemeen het voor landbouw en veeteelt geschikte areaal enorm hebben uitgebreid. Thans zijn vrijwel alle beschikbare gebieden op Java in gebruik genomen. De talrijke dwergperceeltjes, die wij telkens als rijstveld in gebruik zagen, overtuigden ons van de intensiviteit van de cultuur; ook de hoogte op welke men de sawahs nog tegen de berghellingen aantreft, namelijk ongeveer 1300 m, terwijl veel hooger nog, bv. nabij Tosari, ook de ontginningen der inlanders zich uitstrekken om van die der Nederlanders niet te spreken.

Ondanks den tegenstand begreep men ten slotte door de vestiging van fabrieken velen als fabrieksarbeider een bestaan te moeten verzekeren. Zoo is men na aanvankelijk gedacht te hebben, dat de inlander voor nijverheid niet geschikt was, geleidelijk, zeer geleidelijk tot industrialisatie overgegaan. De suikerfabrieken, de cementfabriek nabij Padang, de constructiewerkplaatsen, nog tal van bedrijven van verwerkingsnijverheid hadden trouwens reeds de geschiktheid der inlanders voor nijverheid bewezen 3). Zoowel het klein- als het grootbedrijf heeft men getracht te bevorderen. Hier en daar bezochten wij ter kennismaking onder meer eenige kleine textielbedrijven. Als modern voorbeeld van een grootbedrijf in de tropen, werd voor ons het bezoek aan de N.V. Preanger bontweverij te Garoet van bijzondere beteekenis. In deze groote textielfabriek, werken thans 1500 arbeiders en arbeidsters waaronder slechts een twaalftal Europeanen. Opgericht in r933 door de internationale Crediet- en Handelsvereeniging „Rotterdam" met medewerking van eenige Twentsche textielondernemingen, is de fabriek sinds April 1934 reeds eenige malen vergroot. Ze telt thans ongeveer 1200 mechanische weefstoelen en ongeveer 5200 spindels, spoel- en twijnmachines. Aan electrische energie wordt jaarlijks ongeveer 2500000 kwu verbruikt, aan brandstoffen ongeveer 10000000 kg uit de gouvernementsbosschen om Garoet. Aan loon

1) Vgl. C. Lekkerkerker, Java's Overbevolking. Dit tijdschrift 1937, blz. 866.

2) J. van Gelderen, Het Bevolkingsvraagstuk in Nederlandsch Indie Mensch en Maatschappij 1937.

3) Men vergelijke J. van Hinte, Di ïndustrieele ontwikkeling van Nederlandsch Oost-Indië, dit tijdschrift 1925, blz. 349.