Wij komen zoo op een ander voordeel der heemkunde.

Hoeveel begrippen der natuurkundige en sociale aardrijkskunde behandelen wij niet in abstracto of aan de hand van verre voorbeelden, terwijl ze in onze naaste omgeving aanwezig zijn. Ik had eerst willen schrijven „voor het grijpen liggen", maar zoo is het niet. Men moet daarvoor op stap gaan en men moet ze leeren zien. Aan de hand van overzicht no. 3 wijzen wij bv. op den mooien „pas", waardoor de straatweg Didam—Zeddam voert. En wie noemt de dokken bij de behandeling van Amsterdam? Dat het Vondelpark een polder is, verwekt in elke derde klas weer sensatie.

Wij gaan nog een stapje verder.

Planten mochten zich reeds lang in de belangstelling van den wandelaar verheugen. Hebben Heimans en Thysse ons dat niet mede geleerd? „Planten zijn aardig, dieren zijn interessanter, maar steenen is je ware", zoo zegt de eerste ongeveer in een van zijn laatste boeken en hij legde mede den grondslag tot een grootere belangstelling in geologie. Maar het behoeft hier toch niet uiteengezet te worden, dat ons vak nog heel wat méér vreugde kan geven aan den ernstigen wandelaar ?

Het inzicht in deze breekt langzamerhand baan. Met vreugde noemen we hier het boekje „Wolkenland", dat dr. Gunning liet samenstellen (verkrijgbaar bij het Amsterdamsch lyceum, Valeriusplein, Amsterdam Z.). Het bevat hoofdstukken over de geologie van de omgeving van het Schoolbuitenhuis, de geomorfologie, de afwatering (o.a. de Rijnsplitsingen bij Lobit) en het grondgebruik. Daarna volgt een opsomming van te maken excursies. Hierbij zijn routekaartjes gevoegd; de nummers daarop verwijzen telkens naar ontsluitingen of andere bezienswaardigheden (fig. 1). Deel III bevat opdrachten voor eigen werk a. Karteeren, hoogtemeting, kaartlezen; b. Bezoek aan fabrieken, boerderijen enz.; c. Opdrachten op geologisch gebied; d. Opdrachten uit te voeren met behulp van de kaarten; e. Algemeene opdrachten.

Tenslotte behandelt deel IV de flora en fauna.

Ter gelegenheid van de „Jamboree" werd de hoofdverkenner der Ned. Padvinders Vereeniging bereid gevonden, een mapje samen te doen stellen (alweer in samenwerking met den Topografischen Dienst), dat kaarten — ook een geologische en een waterstaatkundige — bevat van de omgeving van Vogelenzang. In de „Jamboreepost" kregen wij gelegenheid den vreemden jongens, uit zooveel verschillende landen naar hier gekomen, te wijzen op wat Holland biedt aan typische verschijnselen op aardrijkskundig terrein. Ook van enkele te bezoeken landstreken bv. Den Oever en omgeving (afsluitdijk) waren kaartjes en beschrijvingen bijgevoegd.

De Nederlandsche Reisvereeniging, die zooveel doet om onze landgenooten naar mooie gebieden te brengen, wil ook het genot dezer reizen steeds meer verdiepen. Naast het houden van voordrachten, geeft ze boekjes uit: na een verhandeling over bouwkunst verscheen van de hand van collega Venema een werkje „Vorming en Vergaan