Een andere plaats, waar ook deze richelbijzetting te zien is, bevindt zich bij de kampong Kondongan in de buurt van Rante Pao. Hier bevinden zich op een horizontale richel verschillende prauwvormige kisten; de plaats is echter te hoog om eventueel snijwerk te kunnen onderscheiden. De rots, die zeer hoog en groot is, wordt nu gebruikt voor de liangs. Boven de kisten bevindt zich op één plaats een stellage, uitstekend uit de rots (foto 12). Zooals op de foto te zien is, maakt het den indruk of zich daarin de resten van een kist bevinden. Of dit nog een andere wijze van begraven voorstelt, of iets anders, daarover is het mij helaas niet gelukt nadere inlichtingen te krijgen.

Na met de oude en nieuwe bijzettingswijzen te hebben kennis gemaakt, rijst de vraag, wat heeft de Toradja uit deze streken er toe gebracht om de bijzetting in de prauwvormige kisten te vervangen door het gebruik van de liang? Volgens inlichtingen, die de heer Pol van een zeer goeden adatkenner kreeg, werd de eerste liang ongeveer elf generaties geleden gemaakt te Losso in Soeaja te Sangalla door Poeang Palodan, die ook wel Poeang Pasali werd genoemd. In verschillende streken kreeg de heer Pol verhalen, die ongeveer hierop neer komen: men begroef vroeger in kisten, tot men bij de sawahbewerking op groote steenen stootte, waarmee men niets kon beginnen, tot ontdekt werd, dat ze met ijzer te bewerken waren. Men bedacht toen, dat het mogelijk moest zijn de dooden in de opening in den steen te plaatsen. Zoo ontstond de eerste liang.

Een meer uitgebreid onderzoek zal noodig zijn om het definitieve antwoord op de bovengestelde vraag te brengen.