voor ieder gewas door vergelijking met de standaardgronden te schatten.

Enkele hoofdstukken moeten als zeer belangrijk gelden; zoo is dat over de cacao-gronden, naast de in weinige jaren klassiek geworden onderzoekingen op Trinidad, de beste verhandeling over cacao-gronden uit de literatuur.

Merkwaardig is het door zoo vele voorbeelden toegelichte standpunt, dat de oliepalmcultuur de minst eischende van de besproken cultures beteekent. In Nederlandsch Indië bv. is men tot andere ervaringen gekomen. Dit meeningsverschil wordt echter veroorzaakt door het feit, dat het plantmateriaal in Nederlandsch Indië veel beter is en de producties dan ook veel hooger zijn. Hieruit blijkt tevens, dat de vruchtbaarheidsschaal gedeeltelijk gewijzigd zal moeten worden, naarmate beter geselecteerd plantmateriaal in gebruik komt .

De schrijver heeft ook enkele nog onontgonnen gebieden onderzocht, en met behulp van de normen, geleverd door de vruchtbaarheidsschalen, kunnen beoordeelen. In het M'Vuazi-dal vond hij zeer goede gronden; in het Kondo-bekken was de beoordeeling varieerend.

Alles tezamen meent de schrijver dat 80 % van den BenedenCongo uit middelmatige tot slechte gronden bestaat. Dit moge den optimisten minder aangenaam in de ooren klinken, de 20 % goede tot zeer goede gronden nemen zeer groote oppervlakken in, en de bodemkaarten die de schrijver en zijn medewerkers hebben samengesteld, geven voldoende informatie, waar goede terreinen te vinden zijn. Voor het vestigen van nieuwe ondernemingen acht de schrijver echter een detailonderzoek van de in aanmerking komende terreinen noodzakelijk.

Een opmerkelijke bibliografie besluit het boek.

De schrijver verkreeg voor zijn werk de Prix Barman, de hoogste onderscheiding, die onze zuidelijke buren voor wetenschappelijke praestaties in den Congo kennen. Inderdaad is het boek van prof. Baeyens een geweldigen stap vooruit, niet alleen op zuiver bodemkundig gebied, maar ook als groote verbetering ten aanzien van de algemeene kennis in het land. Tevens toont dit werk aan, hoe snel een groote achterstand op wetenschappelijk gebied kan worden ingehaald, indien bekwame, enthousiaste krachten, geleid door de juiste inzichtèn, en met voldoende middelen met het werk worden belast. C. H. Edelman

Wissenschaftliche Ergebnisse der Deutschen Atlantischen Expedition 1925—1927. Quantitative Untersuchungen zur Statik und Dynamik des Atlantischen Ozeans. Die Dynamischen Werte für die Standardhorizonte an den Beobachtungsstationen, unter mitarbeit von A. Defant mitgeteilt und erliiutert von Georg Wüst. 181 blz. Verlag von W alter de Gruyter & Co. Berlin und Leipzig 1938. Band VI zweiter Teil, dritte Lieferung. Preis Rm 13.