centrum van nog door weinigen geëxploreerde schatten. De inheemsche bevolking hecht aan haar nationale kleederdracht, blijft haar zeden en gewoonten trouw, dank zij de orthodoxe traditie.

Ook behandelde spreker de regulariseeringswerken van de bergstroomen, waarlangs, van de hoog gelegen kapplaatsen, het hout moet worden vervoerd naar den Donau. Interessant is de wijze, waarop de waterstand in de beken wordt geregeld, wanneer het oogenblik is aangebroken, dat de vlotters hun gevaarlijk, maar boeiend bedrijf gaan uitoefenen. Allen, die nog romantiek, ongerept natuurschoon en grootsche, wilde verlatenheid in de natuur zoeken, kunnen in Karpathisch Oekraine hun hart ophalen. Men zie ook het verslag van een lezing, welke dr. de la Faille heeft gehouden over het zelfde onderwerp, in dit tijdschrift 1937, blz. 277.

Den 30sten Januari gaf dr. J. van Hinte een voordracht over „De Nederlanders in Amerika" voor het Genootschap en het Algemeen Nederlandsch Verbond.

De spreker maakte bij zijn rede een onderscheid tusschen de Nederlanders, die in de 17de eeuw en die in de 19de en 20ste eeuw zijn uitgeweken. Vooral over de laatste sprak hij meer uitvoerig. In de eerste plaats over oorzaken en aanleiding van hun vertrek, over de aantrekkingskracht der Vereenigde Staten, remmende factoren enz.

Daarna werden de plaatsen van vestiging nagegaan: Holland en Zeeland in Michigan; Pella en Oranjestad in Iowa; Alto en Waupun en Oostburg in Wisconsin. De overplanting — de aanpassing bij bodem, klimaat en bevolking van het nieuwe land

werd uitvoerig besproken met alle moelijkheden en andere wederwaardigheden hieraan verbonden. Verder de stichting van dochterkolonies en zelfs van kleindochterkolonies door de jongere generaties, nog verder het Westen in. Was geen goedkoop land verder in het W esten verkrijgbaar, dan zag men kans de eigen dorpen als olievlekken of als koraalriffen uit te breiden, namelijk door het uitkoopen der omringende Amerikanen, Schotten, Duitschers enz. Dit was mogelijk door de groote werkkracht en spaarzaamheid der Nederlanders, waardoor zij grooter opbrengsten wisten te verkrijgen en hooger prijzen voor het land konden betalen. Soms veroorzaakte deze vreedzame penetratie der onzen verbittering onder hen, die aldus door „damned Dutch' werden verdrongen.

Ook over het geestelijk leven, de Reformed Church en de Christian Reformed Church, over de instellingen van onderwijs, Hope College en Calvin College, werd een en ander medegedeeld. Tenslotte werd verteld hoever de Nederlanders, die vooral op kerkelijk gebied min of meer nog tegenwoordig een eenheid in Amerika vormen, het in materieele en geestelijke ontwikkeling er hebben gebracht. Lichtbeelden verduidelijkten een en ander.

Op 15 Februari sprak dr. G. H. Mees voor het Genootschap en