reikt, waar op 700 m hoogte boven zee net genoeg plaats werd gevonden om een bivakje op te slaan. Ook hier weder druk bezoek. De bevolking, die tot nu toe werd ontmoet, is blijkbaar vredelievend. Spoïen van verwondingen zijn niet gezien; de mannen dragen maar één of twee oorlogspijlen; de huizen staan niet op palen of hooge punten en zijn niet gepalissadeerd.

Den 30sten Juli werd begonnen den tegenoverliggenden bergrug te beklimmen. Nadat twee uur later de beboschte kam was bereikt, lag het dicht bevolkte dal van de Wagefoeri voor de patrouille, die een uur later aan de rivier zat met een honderdtal Papoea's 'om zich heen.

Hier worden minder haarnetten gedragen; hoofdversieringen van koeskoesbont zijn meer in gebruik.

Na een buitengewoon warme beklimming tegen den vrijwel boomlozen rug op, werd na den middag de vlakke beboschte kam bereikt Verderop werd van een rustplekje der Papoea's een mooi uitzicht genoten op de tegenoverliggende helling van het Dinginfoeri-ravijn, at al een veel hooger op is bewoond. Begonnen werd daarna met af de dalen naar de Hablifoeri, de groote rivier welke uit het nieuw ontdekte Kadie-meer stroomt. Pangs een geleidelijk dalend pad, geheel door secundair bosch, werd op ongeveer 500 m hoogte de Dinginfoeri zijrivier van de Hablifoeri bereikt en bivak opgeslagen. Onze gidsen waren inmiddels weer teruggekeerd. Het was Van Arcken nog niet gelukt Papoea s verder dan het eigen gebied van hun kampong mede te krijgen. °

Den volgenden dag werd de Dinginfoeri gevolgd tot de Hablifoeri

vSn ÜoTntai6nte ^ aT Streek' m6t Cen witte rolsteenbedding van 4° tot 60 m omzoomd door tjemara's. Ze kan slechts op enkele

plaatsen worden doorwaad en het meegevoerde slib maakt het water

KK* waa Jke ri,Cht'ng WCrd de rivier stroomopwaarts

gevolgd, waarvoor moet worden gekapt, totdat bij een rottanhangbrug

wederom een pad wordt gevonden. Padangs zijn echter niet aan den overkant te zien. Na eemgen tijd gaat het pad omhoog en het bivak wordt opgeslagen op 50 m boven de rivier, circa 650 m boven zee.

en eersten Augustus leidde het pad aanvankelijk over het oeverterras en daalde daarna naar een zijriviertje af. Na dit te zijn overgetrokken, kronkelde het pad door een beboschte vlakte om vervolgens

voor deVIrf11 ,bergrUgie draaien' De Patr°uille kwam daarop de Hablifoeri te staan, die hier in razende vaart door een kloof

van enkele meters stroomt. De bevolking heeft hierover op haar manier tino- J geslagen. Aan de overzijde loopt het pad in zuidelijke richting door, hetgeen echter voorloopig niet de goede weg voor de patrouille was. Derhalve werd in tegengestelde richting gegaan, over een bergrug een pad gekapt en op den rug in bivak gegaan. Het

M ° eV6n gCZien; het terrein is zeer on°verzichtelijk. afgebrokkelde ruggen, rotsen, enz.

Den 2den Augustus werd het Kadie-meer 1) bereikt en bij de uit-

rVnüw Papoea's noemden het meer Kadu; de Hablifoeri schijnt in hun taal denzelfden naam dragen (plaatselijk of algemeen? — Red.).