Gesplitst in een Amerikaansche en een Nederlandsche groep werd dan nog den 27sten September in het hooggebergte, in de onmiddelijke nabijheid van de ZO. en Zuidzijde van het beoogde hooge doel rondgedoold.

Dat een door de Nederlandsche groep aangetroffen meertje, zou zijn te identificeeren met het „V-vormige meertje" door Hubrecht in zijn geologisch verslag genoemd (zie Bulletin no. 68 van den Maatschappij ter bevordering van het natuurkundig onderzoek der Nederlandsche koloniën, blz. 68), is weinig meer dan een door mij veronderstelde mogelijkheid.

I eilingen op vaste punten konden niet worden genomen wegens opkomende bewolking.

Toch schijnt men zich af en toe in het terrein te hebben kunnen verkennen, immers aan het genoemde meertje staande: „schijnt het dat de Wilhelmina-top (vandaar) niet te moeilijk is te bereiken, alleenlijk vordert dat nog een marsch van ongeveer 6 uur"! Er is echter geen beginnen aan — zoo meent men — want men wilde gaarne den ïsten October aan het Habbema-meer terug zijn. Ook bij de Amerikanen geen resultaat.

Het is voor het oogenblik niet mogelijk de bewegingen der expeditie op dezen dag met eenige bewijskracht tot een itinerarium te vormen, dat georiënteerd ligt aan de bivaks en tracés der bestijging door de expeditie Herderschée. Mogelijk dat later bekend te worden profielteekeningen, hoe op eenige punten de kam of firngraat zich aan de waarnemers voordeed, een nadere beoordeeling der bereikte punten mogelijk zal maken.

Duiden de sedert 1909 bekende geweldige puinvorming en intensieve erosie, het hoorbare afspringen van steenschilfers bij snelle temperatuurswisseling, uit den aard der zaak op vormverandering, zoo zal het belangwekkend blijven ter zijner tijd te vernemen op welke wijze: „met stelligheid kon worden vastgesteld dat de gedaante van het Wilhelmina-gebergte zich aanhoudend en snel wijzigt".

Den 28sten September vertrekken de deelnemers naar Puindalbivak, de bovenkampen werden zoo spoedig mogelijk opgebroken en 2 October is alles terug in het kamp aan het Habbema-meer. Het betreden der sneeuwvelden was hun niet beschoren geweest!

De moeilijkheden, die de naaste omgeving van den Wilhelmina-top beklimmers bieden, welke moeilijkheden wederom blijken uit de onderwerpelijke verslagen, geven de Redactie nogmaals een woord van hulde in de pen aan de leden der eerste expedities in 1909 en 1910 met dit doel, en die zonder de later verzameldë terreinkennis en met

te wenschen eenige goede hypsometrische kookpunt bepalingen op en nabij het hoogste punt van den kam, daar er m.i. een anomalie bestaat tusschen de trigonometrische hoogtebepalingen van den top en de verkregen hypsometrische uitkomst, weinig lager dan het hoogste punt, op 8 November 1909.