nieuwe Rijksmuseum voor Volkenkunde. Als bijzondere aantrekkelijkheid was in een afzonderlijk kabinet een collectie Grieksch-Boeddhistische plastieken tentoongesteld, die door den Franschen archa;ooog Jean Barthoux gedurende zijn wetenschappelijke missie naar ij m.h.e.t; Jaar r926 opgegraven zijn in de omgeving van

^ u, N)V' grens Britsch-Indiƫ. Deze plaats was een joeddhistisch bedevaartsoord, waar zooals uit de beschrijvingen van Chineesche pelgrims blijkt, een duizendtal stoepa's stonden opgericht ter nagedachtenis van Boeddhistische heiligen of voor het bewaren van relieken van den Boeddha. Deze collectie bevat, naast eenige buitengewoon fraaie Boeddha-koppen, een aantal uit volkenkunde oogpunt zeer belangrijke, groteske figuren, die sterk doen denken aan de reliefs van gothische kathedralen. Ze is door den heer Barthoux voor korten tijd aan het Museum in bruikleen afgestaan.

De secretaris C. C. F. M. le Roux