vallen al spoedig de markt, daartoe in staat gesteld door een veel lageren levensstandaard. Tenslotte bergen zij dikwijls vele en blijvende ziekte-haarden.

Na zijn algemeene inleiding vermeldt Price in een tweede gedeelte de uitkomsten zijner regionale studies, gesplitst volgens klimaten en hoogte boven zee. Achtereenvolgens behandelt hij: de passaatstreken; Florida (breedte van 250—30°) ; Queensland en de eilanden in West-Indië; de droge en de een regentijd bezittende moessonstreek van tropisch Australië; de tropische plateau s van Costa Rica, Zuid-Amerika en Afrika; en ten slotte: de Amerikanen in Panama.

In het derde gedeelte worden factoren besproken, welke het leven van blanken in de tropen beheerschen: rasproblemen; ligging der vestiging ten opzichte van de omgeving; bodem ; klimaat; acclimatisatie; gezondheid en ziekten; voeding, kleeding, behuizing en lichaamsbeweging; economische en administratieve vraagstukken. Dit gedeelte eindigt met een samenvatting en conclusies, waarop ik nog terug kom, na vermeld te hebben, dat aan het slot van het werk drie aanhangsels voorkomen, waarin (mede hier en daar in den tekst) een aantal toevoegsels van R. G. Stone zijn opgenomen, meerendeels handelende over physiologisch onderzoek met betrekking tot acclimatisatie, gezondheid en den invloed van klimaat.

In de samenvatting schrijft Price onder meer, dat het probleem van zeer vele factoren afhangt, welke bij verdere studie en onderzoek voortdurend meer blijken elkander te beïnvloeden, zoodat het steeds ingewikkelder wordt. Bovendien zijn noch de omstandigheden, noch de menschen onveranderlijk. Generalisaties zijn moeilijk en zij zullen, zoolang studie en onderzoek niet in een rijper stadium verkeeren, lichtelijk prematuur zijn.

Voor de voorstanders van zuiver ras acht Price de toekomst van de vestigingen van blanke blijvers verre van hoopvol. Hij denkt dat in vele gedeelten van tropisch Amerika en tropisch Afrika de blanken zullen worden opgeslorpt of uitgedreven. In noordelijk Queensland acht hij de vooruitzichten meer belovend. Opgaan van blanken en gekleurden in elkaar kan ernstige sociale moeilijkheden scheppen en mogelijk eenige biologische tegenstrijdigheid. Of uiteindelijk nieuwe ethnische groepen, volken, geschapen zullen worden, aangepast bij de verschillende tropische omgevingen, kan slechts de tijd leeren.

De conclusies van Price zijn voorzichtig en zeker niet optimistisch en zij zullen ongetwijfeld niet algemeen worden gedeeld, maar zijn doorwrochte studies geven er zeker gewicht aan. Zij manen tot behoedzaamheid en zijn zeker nuttig als een tegenwicht, waar zoo dikwijls met oppervlakkige en lichtvaardige meeningen getracht wordt de publieke opinie te bewerken.

Belangstellenden kan worden aanbevolen van het boek van Price kennis te nemen. J- L.