Het verhaal van De Barros over Cabral's reis, en het bericht van Joseph den Indiaan, werden in het Nederlandsch gedrukt in de door Pieter van der Aa in 1706 uitgegeven „Naaukeurige Versameling der gedenk-waardigste Zee- en Land-Reyssen (deel III); P. A. Tiele beschreef in 1875 den tocht in zijn „De vestiging der Portugeezen in Indië" (II, p. 188 e.v.) ; overigens is in onze taal hierover weinig geschreven. Ook in het Fransch, Engelsch en Duitsch ontbrak een goed gedocumenteerd samenvattend werk. De oorspronkelijke stukken zijn verspreid, en gedeeltelijk alleen in het Portugeesch gedrukt, en derhalve lang niet voor een ieder toegankelijk; en nu eindelijk alles is geordend en bijeengebracht, toegelicht, geïllustreerd en van een register voorzien, moeten wij mr. Greenlee en de Hakluyt Society dankbaar zijn voor hun met zoo veel zorg verrichten arbeid.

Naast dezen algemeenen lof heb ik echter ook een enkel bezwaar. Het hoofdstukje over „The discovery of Madagascar", dat alleen steunt op den, ook door den bewerker dikwijls als onbetrouwbaar beoordeelden Corrêa, is wel zeer zwak, en wekt den indruk dat, hoewel mr. Greenlee in zijn bibliografie Hümerich's „Quellen und Untersuchungen" wèl noemt, hij dit werk niet heeft gebruikt; de voorstelling die Rouffaer van de ontdekking van Madagascar geeft i), staat mijns inziens op een veel hooger peil, en het lijkt wel zeer onwaarschijnlijk dat op déze reis Madagascar door de Portugeezen is ontdekt; eigenlijk heeft Hümerich reeds in 1918 deze bewering — zooals Rouffaer het noemde „extramorsdood" gemaakt.

Door in een noot (p. 37) het vraagstuk der lengte- en breedtebepaling aan boord van Cabral's schepen slechts vluchtig —

lang niet altijd juist — te behandelen, schenkt de bewerker dit noch de plaats, noch de aandacht die het rechtens toekomt. Evenals hij deed voor de schepen en het personeel, had hij aan dit, juist voor deze reis zoo belangrijke onderwerp, ook wel een afzonderlijk Appendix mogen wijden.

J. C. M. Warnsinck

Mr. J. in 't Veld. Bestuursinrichting van de Wieringermeer. Publicatie van de Stichting voor het bevolkingsonderzoek in de drooggelegde Zuiderzeepolders. 32 blz. N. Samsom N. V., Alphen

aan den Rijn. 1938. Prijs ƒ 1.25. .

In dit, in boeienden trant en vlotten stijl geschreven werkje, dat de hand verraadt van een kenner van de publiekrechtelijke verhoudingen hier te lande, heeft de Zaandamsche burgemeester, die ook elders bewijzen heeft geleverd van zijn bijzondere belangstelling voor en zijn kennis van staatsrechtelijke vraagstukken, de inrichting van het bestuur van De Wieringermeer in „a nutshell geschetst.

1) Als voren, pp. 391—394-